FrieslandCampina wil boer korten bij overaanbod

Nieuws Melkvee Pieter Stokkermans 22 nov 2017 om 12:30uur

Mocht in het eerste half jaar van 2018 de melkaanvoer bij FrieslandCampina hoger zijn dan de verwerkingscapaciteit, dan kan de coöperatie besluiten om de boer te korten. Die korting bedraagt 90 procent van de garantieprijs.

Die inhouding geldt dan voor de meer gemolken melk ten opzichte van een referentieperiode. Die maatregel kondigt FrieslandCampina aan mocht de melkaanvoer in de eerste helft van volgend jaar hoger zijn dan de verwerkingscapaciteit. Dat heeft de ledenraad van FrieslandCampina dinsdag bepaald.

Het bestuur van de coöperatie nam deze voorwaardelijke maatregel omdat de invoering van de fosfaatrechten zorgt voor veel onzekerheden rond het melkaanbod. Zo wordt verwacht dat de aanvoer in 2018 weer hoger ligt dan in 2017.

Maatregel

Het bestuur stelt wel dat alles in het werk wordt gesteld om deze maatregel te voorkomen. Mocht dit wel het geval zijn, dan worden leden veertien dagen van tevoren op de hoogte gebracht van deze maatregel, die overigens geldt voor leden in Nederland, Duitsland en België.

Het vergelijkingvolume wordt bepaald op basis van voor ieder kwartaal drie referentieperiodes. Op basis van die periodes wordt dagproductie berekend, de hoogste dagproductie telt voor de vergelijking met de huidige productie.

Maandproductie

Die referentieproductie wordt vervolgens omgerekend naar een maandproductie. Daarbij wordt per maand gekeken hoeveel een bedrijf in die periode teveel heeft gemolken, waarop wordt gekort.

Alle melk die meer is geleverd dan tijdens de referentieperiode, krijgt daarbij een korting van 90 procent op de garantieprijs. Bij forse kortingen, meer dan 25 procent van het totale melkgeld, wordt de korting over meerdere maanden uitgesmeerd.

Toeslag voor minder geleverde melk

Ondernemers die minder melk leveren dan het maandelijkse vergelijkingsvolume, beuren een toeslag. Deze toeslag geldt per maand voor maximaal 10.000 kilo minder melk ten opzichte van het vergelijkingsvolume.

Deze toeslag bestaat uit een stimuleringsdeel en een coöperatief deel. Dit coöperatieve deel wordt gefinancierd uit de inhoudingen. Het totale bedrag van de inhoudingen wordt over deze leden verdeeld, naar rato van de hoeveelheid minder geleverde melk.

Ondernemers die minder dan een kwart van hun vergelijkingsvolume melken en bedrijven waarvan in die periode de melk wordt geweigerd, worden uitgesloten van deze toeslag.