Verhaegh vindt veel biggen bij zeug topsport

'Kloppen fokkerij, gezondheid en voeding van de zeug in de dracht en de kraamstal, dan zorgt dat voor een hoge melkproductie en is bijvoeren van melk niet nodig.'

Een goede selectie van de zeugen is het startpunt bij het grootbrengen van veel biggen door de zeug. Verhaegh fokt zijn zeugen zelf en selecteert daarbij op de vitaliteit en het geboortegewicht van de biggen. Hij schakelde over naar de TN70, onder andere omdat deze zeug nog meer melk produceert. 'We kunnen bij de jonge zeugen wel vijftien tot zestien biggen laten liggen.'

Individueel

Gemiddeld liggen er dertien tot veertien biggen bij de zeug na het maken van pleegzeugen. Dat lukt volgens de zeugenhouder alleen als je zeugen individueel op maat voert en ervoor zorgt dat ze aan het einde van de dracht het juiste gewicht en de juiste spekdikte hebben.

'We maken gebruik van de weegbrug en we meten de spekdikte bij het inzetten in de kraamstal en bij het spenen. Op basis van die gegevens kunnen we de zeugen individueel voeren via de voerstations.'

Strostal

Het huisvesten in een strostal draagt volgens Verhaegh bij aan een goede melkproductie. 'De zeugen eten behoorlijk wat stro en hebben hierdoor een grote maag. In de kraamstal hebben ze daarom geen enkele moeite met de voeropname. Met drie keer daags voeren is 9 kilo per dag geen probleem.'

Zijn zeugen produceren daardoor genoeg melk om veertien tot vijftien biggen groot te kunnen brengen. Daarnaast zorgt de strostal voor rust. 'Het gemiddeld aantal doodgeboren biggen per worp is slechts 0,8 big.'

Pleegzeug beste oplossing

Met gemiddeld 16,6 levend geboren biggen over het afgelopen jaar is het wel nodig om pleegzeugen te maken. Ongeveer 8 procent van de biggen groeit op bij een pleegzeug. 'Een pleegzeug is de beste oplossing. Ze zorgt 24/7 voor de biggen. Beter kan niet en het is goedkoper dan melk bijvoeren.'

Door de goede melkproductie van de zeugen en de inzet van de pleegzeugen lukt het veel biggen groot te brengen. 'Afgelopen jaar zaten we gemiddeld op 14,6 gespeende biggen per worp. Bij een worpindex van 2,35 komen we tot 34,3 biggen per zeug per jaar.'