Communicatie opfokker en vermeerderaar belangrijk

Samen met zijn vrouw Marlous fokt Katier 92.500 vleeskuikenouderdieren op in acht stallen met in totaal zeventien afdelingen. Over de opvang van de kuikens zegt hij: 'Alles goed warm en vers.'

• Lees ook: Vermeerderaar wil meer contactmomenten opfokker

Een optimaal klimaat zorgt voor een goede start. De kwaliteit eendagskuikens heeft Katier niet in de hand, maar via informatie over aantal grootouderbedrijven en verwachtte uitval bereidt hij zich voor.

Kritisch

'Ik stel mijzelf vaak de vraag: hoe kan ik me aanpassen aan het product dat ik in de stal krijg? Kritisch naar jezelf durven te kijken waar je eigen verbeterpunten liggen', zegt de ondernemer die sinds 1997 opfokt.

Gewichtscontrole, Paracoxenting, veel selecteren van de hennen en hanen en tijdig plannen en vastleggen zijn de belangrijkste factoren tijdens de opfok.

Vaker contact

Onontbeerlijk is overleg tussen opfokker en vermeerderaar via telefoon, mail, WhatsApp of bedrijfsbezoeken. 'Waarom hebben we niet vaker contact?' vraagt Katier zich af.

'Bijvoorbeeld in het begin van de ronde of op een leeftijd van tien weken en niet alleen net voor afleveren op twintig weken leeftijd. Je wisselt informatie uit en ziet het bedrijf van een collega-pluimveehouder. Opfokker en vermeerderaar kunnen de afdelingsgrootte, inventaris en wensen op elkaar afstemmen.'

Onderwerpen

Onderwerpen om over te communiceren zijn er voldoende. Uitval, wel of geen antibioticagebruik, entingen, gewichtsverloop, manier van aanleveren, selectiedieren, tijdstip van voeren et cetera. 'Je leert van elkaar. Je ziet elkaars bedrijf en kunt op zaken anticiperen die anders wellicht worden vergeten.'

Katier is regelmatig bij de keuring van zijn koppel bij de vermeerderaar. 'Als opfokker ben je twintig weken met de hennen en hanen bezig geweest. Dan ben ik benieuwd hoe ze presteren. In de praktijk kan die terugkoppeling beter. Communicatie met de vermeerderaar heeft voor mij grote meerwaarde.'