Uienexporteurs zoeken afzet dichter bij huis

Vooral landen als Groot-Brittannië, Duitsland, België en misschien ook Frankrijk moeten de komende periode de kar trekken voor de uienexport. Uit de exportcijfers van GroentenFruit Huis tot en met week 5 blijkt dat de verschepingen naar landen in West-Afrika geleidelijk wat minder worden. De verwachting is ook dat de grenzen van Senegal binnenkort weer dichtgaan voor uien van buitenaf.

In de laatste week van januari is ruim 16.000 ton Nederlandse uien naar het buitenland verkocht. De grootste afnemer die week was Groot-Brittannië, gevolgd door Gambia en Senegal. Een weekvolume van 16.000 ton is voor Nederland aan de krappe kant. Op basis van de definitieve oogstraming van het Centraal Bureau voor de Statistiek berekenden uienhandelaren onlangs dat tot het eind van het exportseizoen wekelijks bijna 20.000 ton uien beschikbaar zou moeten zijn.

Cumulatief is het exportvolume voor uien van oogst 2023 tot en met week 5 ongeveer 739.000 ton. Dit is 130.000 ton minder dan het jaar daarvoor. Belangrijkste exportbestemming voor Nederlandse uien is opnieuw Senegal met ruim 170.000 ton. Vooral een land als Ivoorkust kocht dit exportseizoen tot dusver veel minder uien uit Nederland dan vorig jaar, 88.000 ton nu ten opzichte van 123.000 ton een jaar geleden.

Interesse in grovere uien

Op de uienmarkt is de iets ruimere beschikbaarheid van uien merkbaar. De prijs voor gele uien aan de bovenkant van de markt daalde bij beurs Goes vanaf de jaarwisseling van ongeveer 45 euro per 100 kilo tot deze week zo'n 40 euro per 100 kilo voor de beste kwaliteit. Het prijsverschil tussen fijn en grof wordt groter. Dat is een aanwijzing dat Europese afnemers meer dan de West-Afrikaanse landen geïnteresseerd zijn in een iets grovere maatsortering.

Ten opzichte van de gele uien blijven de rode uien goed aan de prijs. Beurs Goes noteert deze week 75 tot 90 euro per 100 kilo. Dat is gemiddeld bijna 20 euro meer dan de indicatieprijs rond de jaarwisseling. De goede prijsvorming van rode uien is een gevolg van het beperkte aanbod na de tegenvallende oogst in 2023 en de daling van het teeltareaal.