Akkerbouwers slaan flinke slag met zaaien suikerbieten

Vooral akkerbouwers in provincie Flevoland zijn flink opgeschoten. In deze provincie zit ruim 90 procent van de suikerbieten al in de grond. In Zuidoost-Nederland moet nog het meeste gebeuren: daar zit ongeveer een kwart tot een derde in de grond.

Volgens Cosun is de kwaliteit van het zaaibed zeer wisselend. Daarbij was bij het zaaien niet overal de ondergrond voldoende bekwaam, maar toch besloten akkerbouwers vanwege de voorspelde neerslagperiode te zaaien. De meeste telers is het na het zaaien ook gelukt om de eerste bodemherbicide toe te passen.

Insectenschade

Verder meldt Cosun dat vooral op de randen van kleipercelen met een grof zaaibed slakkenschade wordt waargenomen. Om die reden hebben akkerbouwers de eerste vroeggezaaide percelen overgezaaid. Het bietenconcern adviseert tot het tweebladstadium regelmatig te controleren op aantasting en bij schade slakkenkorrels te strooien. Daarnaast wordt vraatschade door emelten en ritnaalden waargenomen.

IRS bericht dat op vroeggezaaide bietenpercelen de eerste groene bladluizen, de overbrengers van vergelingsvirussen zijn gevonden. Volgens het kennis- en onderzoeksinstituut liggen de aantallen momenteel nog ver beneden de schadedrempels en is er voorlopig nog geen reden tot ingrijpen, maar is het wel verstandig percelen goed te controleren.

Hazen

Op de vroegst gezaaide percelen ziet IRS ook vreterij door hazen, die vaak een typisch schadebeeld achterlaten. In de lengte van de rij, soms wel enkele meters achter elkaar, vreten hazen blaadjes van alle planten weg tot op dezelfde hoogte. De schade is het grootst als er alleen nog maar stengels staan. Dat resulteert in plantwegval, omdat het groeipunt dan is weggevreten.

Bij aangevreten bietenplanten zijn vaak hazenkeutels zichtbaar. Het schadebeeld is volgens IRS zichtbaar tot aan het vierbladstadium. Daarna veroorzaakt vraat geen plantwegval meer. Door schrikdraad te plaatsen kunnen akkerbouwers schade door hazen beperken. Ook kunnen telers overwegen alternatief voer aan te bieden, bijvoorbeeld wortelen.