Minder uitval bij leghennen die verwerkt dierlijk eiwit krijgen

Als eerste is het verwerkte dierlijke eiwit ingezet in een proef op op het Poultry Innovation Lab met twee groepen van elk vijfhonderd hennen. Bij de groep die een hoog aandeel dierlijk eiwit werd gevoerd, was de cumulatieve uitval op 60 weken leeftijd ruim 30 procent lager dan bij de controlegroep die geen dierlijk eiwit kreeg. Bovendien vertoonden de hennen met dierlijk eiwit een lagere voeropname en een beter verenkleed ten opzichte van de controlegroep.

In een tweede proef is het voer met verwerkt dierlijk eiwit op een praktijkbedrijf ingezet. Dit bedrijf heeft twee identieke stallen met ieder 30.000 hennen. Het voer met verwerkt dierlijk eiwit werd daarbij in een van de stallen ingezet bij de hennen van 53 tot 85 weken leeftijd. In de andere stal kregen de hennen voer zonder dierlijk eiwit.

Het cumulatieve uitvalspercentage lag ruim 3 procent lager bij de groep met dierlijk eiwit. Niet zo'n groot verschil als in het eerste onderzoek, waar de hennen dit al vanaf het begin van de leg kregen. Maar iedere procent lagere uitval is van belang.

Betere darmgezondheid

De resultaten zijn volgens verkoopleider pluimvee Henno van den Bruinhorst van AgruniekRijnvallei te danken aan de betere darmgezondheid. De koppels die dierlijk eiwit krijgen zijn uniformer en er is minder uitval. Dat komt ook doordat minder pikkerij wordt waargenomen bij de koppels die dierlijk eiwit kregen.'

Tijdens de periode van het onderzoek viel de prijs van voer met dierlijk eiwit lager uit dan die van voer zonder dierlijk eiwit. Naar verwachting neemt dat prijsverschil vanaf volgend jaar toe, omdat het verplicht wordt ontbossingsvrije soja in het voer te gebruiken.