Uitgebreide nesttelling De Wieden

Tellingen in de broedtijd geven normaal gesproken een redelijk beeld van de aantallen, geeft Ronald Messemaker van Natuurmonumenten aan. 'Door de onoverzichtelijke situatie van de kolonie hoopten we dat die tellingen dicht genoeg bij het werkelijke aantal broedvogels komen.'

In de Hoogwaterzone van De Wieden huist sinds de jaren 90 van de vorige eeuw een gemengde kolonie van blauwe reigers en purperreigers. 'Deze kolonie wordt vanaf 2004 verrassend genoeg ook bezet door de eerste broedgevallen van lepelaar en grote zilverreiger.'

Beter beeld

Door een telling over het ijs te houden, krijgt de organisatie een beter beeld van deze kolonie. 'Bij de anders onbereikbare nesten konden we nu wel komen Dat geeft ons een indruk van grootte, samenstelling en nestelkeuze.'

De uiteindelijke stand kwam op 92 nesten van lepelaars, 90 nesten van purperreigers, 33 nesten van blauwe reigers en mogelijk 1 nest van een grote zilverreiger. 'De laatste was als broedpaar herhaaldelijk in de kolonie waargenomen', geeft Messemaker aan.

Ottersporen

Bij de nestentelling werd ook gekeken naar de vele sporen die over de sneeuw liepen. Opvallend noemt Messemaker in zijn www.natuurmonumenten.nl/content/bijzondere-nestentelling-dankzij-ijs-in-de-wiedenweblog de vele wissels (looproutes) van otters en boommarter. 'Ondanks de vrieskou had een otter een eigen wak opengehouden om bij zijn visjes te kunnen komen.'