‘Windenergie biedt kansen voor boeren’

Het kabinet wil de capaciteit van windenergie de komende jaren flink uitbreiden. Dat biedt kansen voor boeren, maar alleen als zij windmolens in een daarvoor aangewezen gebied kunnen bouwen.

%E2%80%98Windenergie+biedt+kansen+voor+boeren%E2%80%99
© Nieuwe Oogst Monique Jansen

De provincies garanderen ruimte voor 6.000 megawatt aan windenergie op land. Die 6.000 megawatt moeten in 2020 ruim vier miljoen huishoudens voorzien van elektriciteit. De windmolens die nu in Nederland staan, hebben een gezamenlijk opgesteld vermogen van ongeveer 2.000 megawatt. Het genoemde vermogen is het maximum dat de turbines kunnen leveren. In hoeverre dit vermogen daadwerkelijk wordt geleverd, is afhankelijk van de windkracht.
Het kabinet wil toe naar een verdriedubbeling van het huidige vermogen. De gewenste vermogenstoename betekent echter niet dat er ook drie keer zoveel windmolens nodig zijn. Het vermogen dat de turbines leveren, is de afgelopen jaren steeds gestegen. De meeste windmolens die nu staan opgesteld leveren ongeveer 1 megawatt. De huidige generatie molen heeft een vermogen van 3 megawatt. Op windrijke plekken kunnen zelfs zwaardere molens worden gebouwd, tot maximaal 7,5 megawatt. Een flink aantal oudere, afgeschreven windmolens moet worden vervangen. Het is ligt voor de hand dat daar grotere turbines voor in de plaats komen.
De overheid wil dat de nieuwe windmolens worden geclusterd in rijen van zes, zeven of meer turbines. De provincies wijzen daarvoor gebieden aan. Buiten deze gebieden is het opzetten van windmolenparken kansloos. Niet alle provincies hebben de plekken benoemd waar windmolenparken kunnen verrijzen. Het IPO heeft met de ministeries afgesproken om voor 1 januari 2014 gebieden aan te wijzen.
Een aantal provincies heeft wel zoekgebieden aangewezen waarbinnen een windproject kan worden ontwikkeld. Drenthe heeft bijvoorbeeld de Veenkoloniën benoemd. Noord-Holland ziet kansen in de Kop van Noord-Holland, West-Friesland en de Wieringermeerdijk. Noord-Brabant denkt aan het westen van de provincie en aan bedrijventerreinen. Zeeland en Gelderland hebben versnipperd gebieden aangewezen.

Zelf doen

‘Je kunt er vergif op innemen dat projectontwikkelaars en de grote energiemaatschappijen bij boeren aanbellen zodra de provincies gebieden aanwijzen,’ zegt Eelco Bots van Windunie. ‘Energiebedrijven kunnen pas ontwikkelen als ze grondcontracten hebben afgesloten. Ze kopen de boer af. Dat kan. Maar als je zelf - als boer - mede-initiatiefnemer wordt van een windproject, kun je er waarschijnlijk ook meer aan overhouden. Het kan een tweede of derde poot van het bedrijf worden waaraan je - als het eenmaal draait - weinig werk hebt.’
De samenwerking tussen boeren onderling is nodig bij de realisatie van een windenergieproject, stelt Bots. ‘De tijd dat een boer zelf een windmolen op zijn grond kan neerzetten, is voorbij.’ Een windmolenpark bouwen vergt een andere benadering van de energie-ondernemer. Als het om een serie molens gaat, zijn meestal meer grondeigenaren betrokken.
Bij het realiseren van een windmolencluster komen tal van procedures op de ondernemers af. Naast wettelijke regels, MER-rapportages en milieu-vergunningen waaraan moet worden voldaan, moeten de initiatiefnemers ook draagvlak genereren bij politiek, omwonenden en maatschappelijke organisaties. ‘De ervaring leert dat projecten door politieke tegenstand kunnen stranden doordat het proces niet goed wordt doorlopen.’
Net zo belangrijk is volgens Bots het plan stap voor stap uit te voeren. ‘Je kunt gemakkelijk geld steken in zaken die er op dat moment nog niet toe doen. Dat risico is met name in het begin vrij groot. Een vleermuizenonderzoek is bijvoorbeeld noodzakelijk, maar niet als eerste. Je kunt echter wel een jaar vertraging door oplopen als je het niet tijdig uitvoert.’
Windunie hanteert de coöperatieve gedachte en werkt met de boeren samen. Het idee is dat deelnemende boeren aandeelhouder zijn van het cluster, in de vorm van een samen op te richten bv. Windunie neemt zelf een belang van zo’n 10 procent in deze nieuwe organisatie en ondersteunt groepen boeren die een windmolencluster willen opzetten onder meer met kennis over de te volgen procedures, juridisch advies en lobbywerk. Boeren en tuinders brengen behalve hun grond ook hun kennis van de omgeving en de lokale politiek in. Windunie heeft een samenwerkingsovereenkomst met LTO Noord op het gebied van kennisuitwisseling.

Financiën

De kosten van een windmolen bedragen al snel 1,5 miljoen euro per megawatt vermogen. Bij een rij molens van 3 megawatt per stuk lopen de kosten in de tientallen miljoenen. Een windmolen bouwen zonder subsidie is niet mogelijk, stelt Bots, maar er zijn diverse regelingen.
Ondernemers kunnen via de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) subsidie krijgen op hun windmolens. Daarnaast is belastingvoordeel mogelijk via de Energie-investeringsaftrek (EIA).
Windenergie-ondernemers krijgen via de SDE+ een gegarandeerde prijs voor de opgewekte stroom voor een periode van 15 jaar. Er treden wel schommelingen op, maar dat is deels op te vangen met subsidie, stelt Bots. Op basis van de subsidie-afspraken kan voor eenzelfde periode een stroomcontract worden afgesloten met een energiemaatschappij. Banken vereisen dergelijke zekerheden voor een financiering.
Bots adviseert boeren om het windproject gescheiden van de boerderij te houden en een aparte bv op te richten. ‘Want het mag niet zo zijn dat als het windproject slecht draait, de boerderij over de kop gaat.’
Een windproject staat of valt echter met de beschikbare ruimte. In verband met geluidsoverlast en bewegende slagschaduw kan een windmolen niet te dicht bij een woning staan. Het geluid bestaat voornamelijk uit suizende rotorbladen en mechanische geluiden van draaiende assen en tandwielen. Als slagschaduw op het raam van een woning valt, kan dat als hinderlijk worden ervaren. Vooral wisseling tussen wel en geen schaduw ergert mensen.
Van overheidswege zijn formules opgesteld waarmee de minimale afstand tussen een turbine en een woning kan worden berekend. In de praktijk is deze afstand al snel 300 tot 500 meter. Bij projecten met minimaal 5 turbines gaat het dan om een gebied van 2500 bij 800 meter waar geen woningen mogen staan. ‘Dat soort plekken zijn er niet veel in Nederland,’ constateert Bots.
Ondernemers moeten een lange adem hebben als ze een windmolenpark willen opzetten. Op basis van ervaring schat Bots het traject van idee tot realisatie in op minimaal 5 jaar. Gemiddeld nemen de procedures en bouw 8 jaar in beslag. Hij heeft ook trajecten meegemaakt die meer dan 10 jaar duurden.

René Bouwmeester

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 5°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
Meer weer