LTO NOP: Aandacht voor bodemdaling

Anne-Marie RopsDe Structuurvisie moet leiden tot een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied. LTO Noordoostpolder is positief over de wijze waarop zij is betrokken bij de totstandkoming van de Structuuvisie.
LTO Noord is blij met de waardering van de land- en tuinbouw als belangrijke economische sector in het buitengebied van Noordoostpolder.
Op een aantal punten in de Structuurvisie wil LTO Noord een aanpassing voorstellen. ‘Op termijn ziet LTO Noord een mogelijk knelpunt als het gaat om de bodemdaling’, zegt afdelingsvoorzitter Gerard Langebeeke. ‘Dit betekent voor de betreffende ondernemers dat zij minder mogelijkheden hebben om diverse gewassen te kunnen telen. Ze lopen meer risico als ze deze gewassen telen.’
LTO Noord bereidt in samenwerking met Provincie Flevoland en Waterschap Zuiderzeeland een proef in het gebied voor, om te onderzoeken op welke wijze de agrarische bedrijfsvoering kan inspelen op de situatie van bodemdaling. Daar waar de bodemdaling voor de agrarische bedrijfsvoering problemen oplevert, bijvoorbeeld rondom Schokland, is omzetting naar natuur een mogelijk alternatief. Langebeeke: ‘Maar dan moeten er wel goede alternatieven aan de ondernemers worden geboden.’
Langs de oostkant van de polder, aan de rand van het oude land, wordt landschappelijke verdichting voorgesteld. Dat zou moeten gebeuren door toevoeging van beplanting. LTO NOP vindt dit ongewenst. ‘De bestemming is en blijft grotendeels agrarisch, de zittende agrarische ondernemers mogen niet worden belemmerd in hun bedrijfsvoering’, aldus Langebeeke. ‘

Erfvergroting

Bij erfvergroting wordt als algemene regel voor nieuwe situaties een singel van 6 meter plus een bebouwingsvrije ruimte van 6 meter genoemd in de Structuurvisie. LTO NOP vindt dit acceptabel. Als het gaat om ventilatie en de luchtvoorziening in stallen vraagt LTO NOP de gemeente om maatwerk voor de erfsingel. Peter Roose, bestuurslid LTO NOP: ‘Een beplanting met hogere bomen en minder struiken is dan mogelijk beter, wij vragen de gemeente of zij daarin wil meedenken met de ondernemers.’ Ook voor bestaande situaties, waarin bijvoorbeeld een schuur op 8 meter van de sloot staat en er een stuk wordt bijgebouwd in het verlengde daarvan, vraagt LTO om maatwerk.
Een belangrijk item voor LTO is het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij.
‘Deze sector komt nu in feite op slot te zitten’, zegt Roose. ‘Als ze alles voor elkaar hebben, onder andere op het gebied van dierenwelzijn en mestafzet, waarom zouden deze bedrijven dan niet mogen groeien net als andere agrarische bedrijven?’