Stet: 13,5 procent minder pootgoed

Directeur Peter Ton concludeert dit na proefrooiingen op 60 procent van de pootgoedpercelen die voor de pool van Stet Holland worden geteeld. 'Vooral de opbrengsten in de pootgoedmaten vallen tegen.'

Bij de lagere opbrengst ten opzichte van vorig jaar tekent Ton aan dat 2012 een bovengemiddeld pootgoedjaar was met vooral een mooie maatsortering. 'Wel wordt oogst 2013, zoals het nu lijkt, lager dan het meerjarig gemiddelde voor ons bedrijf.'

Spunta

Volgens Ton hebben vooral vroege pootgoedrassen te maken met een kleinere oogst. 'Dat loopt op tot 18 procent. Bij vroege rassen valt de knolzetting tegen en is de maatsortering over het algemeen te grof.' Dat geldt onder meer voor het grootste Nederlandse pootgoedras Spunta.

Bij de latere rassen gaat Stet Holland op basis van de proefrooiingen uit van 4 procent minder opbrengst. Wel zijn er vrij grote rasverschillen, zegt Ton. De latere rassen zijn veelal wel goed gezet en daardoor is de maatsortering juist aan de fijne kant.

Veel schurft

Opvallend noemt Ton verder dat er vrij veel schurft voorkomt op de pootgoedknollen. De directeur van Stet Holland wijt dit aan het overwegend droge groeiseizoen.

Ton vindt het nog te vroeg om te speculeren over de gevolgen van de kleinere oogst voor de handel in pootgoed. 'Komende weken moet meer duidelijk worden. Het wordt allicht lastiger om voor elke afnemer de juiste partij pootgoed te vinden.'