CLM: stel 14.000 kilo melk op gras als norm

De organisatie zegt 'discussie los te willen maken' en definieert een grondgebonden bedrijf als een bedrijf dat zijn ruwvoer zelf produceert, alle mest afzet op het eigen bedrijf of in de nabije omgeving en zo mogelijk de koeien laat weiden.

CLM wil dat staatssecretaris Sharon Dijksma afstapt van het idee melkveerechten te introduceren.

Grondgebondenheid

CLM stelt dat er drie voor de hand liggende criteria zijn voor grondgebondenheid: de zelfvoorziening met ruwvoer, de veebezetting per hectare en de melkproductie per hectare. 'De ruwvoerproductie is moeilijk meetbaar, laat staan controleerbaar en biedt dus geen robuuste grondslag.'

De veebezetting is beter controleerbaar, maar heeft het risico dat veehouders om meer te mogen melken de productie per dier sterk verhogen en dieren versneld afvoeren, stelt CLM.

'Een beter bruikbaar criterium is de melkproductie per hectare. Die is goed meetbaar en controleerbaar en zet minder druk op de koeien.'

Cirkel 5 kilometer meetellen

Grond tot 5 kilometer van het bedrijf telt mee, omdat de kans dan groot is dat die grond meedoet in de kringloop, geeft CLM aan. De voorstellen zijn afgeleid van de huidige fosfaatnormen.

Bedrijven mogen groeien tot dat maximum, bedrijven die daar boven zitten moeten pas op de plaats maken.

'Binnen de normen van bijna 14.000 kilo op grasland en 9.000 op maïsland kan de landelijke melkproductie nog met 10 procent groeien', verklaart CLM. 'Als nog iets meer als veehouders maïs vervangen door gras, zelfs nog iets meer.'