Forse verschillen in stroomprijs

De ene akkerbouwer betaalt per kilowattuur een kwart meer voor stroom dan de ander. Dat blijkt uit een inventarisatie van het praktijknetwerk ‘Slim en kostenbesparend bewaren’. De stroomkosten hebben een behoorlijke invloed op de bewaarkosten.

Han Reindsen Laurent Kamp uit Nagele is een van de 46 deelnemers aan het praktijknetwerk. Hij sloot begin dit jaar een nieuw contract af voor 5,5 cent per kilowattuur. ‘Mijn vorige contract zat op 9 cent per kilowattuur. Het gaat dus bijna om een halvering van de prijs’, vertelt de akkerbouwer.
Kamp bewaart op zijn locatie in Nagele zo’n 850 ton uien, 1.700 ton aardappelen in kisten en 560 ton wortelen in kisten. Voor bijna een jaarrond bewaren gebruikt hij op jaarbasis voor zijn locaties in Nagele en Rutten ongeveer 150.000 kilowattuur. ‘Inclusief transportkosten en belasting betaal ik ongeveer het dubbele van de 5,5 cent per kilowattuur’, zegt Kamp.

Bewaarprestaties

Doel van het praktijknetwerk is de deelnemende akkerbouwers inzicht te geven in de kwaliteit van de eigen bewaring. Het gaat daarbij om het energieverbruik, gewichtsverlies van het product en de kwaliteit bij aflevering. Leren van elkaar moet leiden tot betere bewaarprestaties. Uit onderzoek blijkt dat er soms wel een factor 2,5 zit tussen de bewaarkosten.
Tot voor kort was er in Nederland bijna geen vergelijkingsmateriaal op het gebied van bewaarprestaties. ‘Door de registratie binnen het praktijknetwerk hebben we voor het eerst op deze schaal cijfers over de kosten en resultaten van bewaring’, zegt projectbegeleider Jan Kamp van Wageningen UR en broer van Laurent Kamp.
De cijfers komen van telers van frites-, koelverse, poot-, tafel- en zetmeelaardappelen. Ze houden van 49 bewaarplaatsen gegevens bij over onder andere teeltdoel, ras, rooiomstandigheden, tarra, storthoogte, dagen tussen loofdoding en oogst (afharding), beoogde bewaartemperatuur, kiemremming, draaiuren bewaring en stroomverbruik.
‘Het afgelopen bewaarseizoen kwam het gewichtsverlies uit op gemiddeld 3,7 procent. In het eerste bewaarseizoen van het praktijknetwerk in 2012-2013 was het 3 procent. Het hogere verlies in het afgelopen seizoen heeft vooral te maken met de hogere temperatuur in de winter. De meeste telers zonder koeling zaten in de bewaring 1 à 1,5 graad hoger dan ze wilden als gemiddelde temperatuur’, zegt Jan Kamp.
Het heeft ook te maken met de wijze waarop het product dit najaar in de bewaring is gekomen. ‘Het inschuren in Zuidwest-Nederland liet vorig najaar te wensen over. Onder de deelnemers aan het praktijknetwerk zit een behoorlijk aantal fritestelers uit het Zuiden die veel last hebben gehad van overvloedige regenval en dat heeft invloed op de gemiddelde cijfers.’
Bij losse bewaring van aardappelen is het gewichtsverlies onderin gemiddeld 1 à 1,5 procent hoger dan bovenin. Dit werd duidelijk door monsterzakjes met aardappelen boven- en onderin de partij mee te laten meelopen. Bij kistenbewaring is er vaak geen verschil tussen onder en boven, tenminste als de luchtverdeling in de koelcel goed is.
Uit de cijfers van het praktijknetwerk blijkt dat het bewaarverlies van aardappelen van de zandgronden hoger is dan van de kleigronden. ‘Er is iets aan de hand met zandaardappelen. Niemand weet precies waarom ze slechter zijn te bewaren. Misschien heeft het met de fysiologie van de aardappel te maken’, veronderstelt Laurent Kamp.
Volgens de akkerbouwer kan het ook te maken hebben met de bufferende werking van klei in de bewaring, iets wat telers van de zandgronden missen. ‘Als het product goed in de bewaring komt, dan hoef je het niet helemaal droog te blazen. Je kunt met minder lucht volstaan en het vocht in de kleikappen voorkomt uitdroging.’
Uit cijfers uit de sector blijkt dat aardappelopslag op het eigen bedrijf gemiddeld circa 1.300 kilowattuur stroom per hectare vraagt. Daarmee is het een grote energieverbruiker. Het echte verbruik is afhankelijk van de aardappelsoort, de opslagduur, het geïnstalleerd vermogen en het aantal benodigde draaiuren.
Naast de elektriciteitsrekening zijn het bewaar- en kwaliteitsverlies van belang. Uit de registratie blijkt dat de bewaarverliezen harder doortikken in het uiteindelijke resultaat dan de stroomkosten. Het verschil kan oplopen tot een factor 3 of 4. ‘Het gaat om ruwe cijfers. We moeten het nog nader analyseren’, zegt projectbegeleider Jan Kamp.
Akkerbouwer Laurent Kamp zegt hierover: ‘Door het praktijknetwerk ga je kritischer naar de bewaring kijken en houd je het product beter in de gaten. Qua werkwijze heb ik nog niet veel veranderd. Dat is een bewuste keuze. Als je bij de bewaring dichter bij het optimum gaat zitten door op stroomkosten te beperken, dan neemt het risico qua bewaarverliezen toe.’
Bij een stabiele partij aardappelen maakt de akkerbouwer meer en bewuster gebruik van frequentieregelaars. ‘Als je bij de ventilatoren van 100 naar 80 procent capaciteit gaat, dan heb je minder dan de helft van de stroom nodig.’

Bewustwording

Een belangrijk aspect van het praktijknetwerk vindt de ondernemer het feit dat hij een beter gevoel krijgt over hoe hij het doet ten opzichte van collega’s. Deelname zorgt voor een stuk bewustwording, zo is zijn ervaring.
Uit de overzichten blijkt dat Kamp met de bewaarkosten en de bewaarverliezen in euro’s per ton binnen het praktijknetwerk ongeveer op het gemiddelde zit. ‘Dat is eigenlijk niet goed genoeg. Het streven moet zijn om als ondernemer bij de 25 procent beste uit te komen.’
Het praktijknetwerk helpt daarbij, denkt Kamp. ‘Zolang je niet weet wat het energieverbruik is, kun je zelf niet bepalen hoe goed of slecht je het doet. Daar op het kavelpad even met de buurman over praten, helpt niet. Dat blijft te oppervlakkig. De verhalen achter de getallen die met het praktijknetwerk boven tafel komen, daar kun je wat mee.’
Afgelopen donderdag hebben de deelnemers aan het praktijknetwerk de cijfers van het bewaarseizoen 2013-2014 besproken. Volgende week maandag is er een soortgelijke bijeenkomst met de bewaarplaatsautomatiseerders en afnemers van aardappelen. Naar aanleiding daarvan wordt bepaald welke vragen er leven en wat zinvol is om samen uit te zoeken.
Jan Kamp: ‘Bewaarplaatsautomatiseerders verkopen zekerheid, want er moeten geen partijen verloren gaan. Telers hebben in toenemende mate behoefte aan cijfers over stroomverbruik en bewaarverliezen. Automatiseerders zouden die op een standaard wijze moeten verzamelen en aanbieden, zodat telers de gegevens makkelijker kunnen vergelijken interpreteren.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 4°
    50 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    40 %
  • Vrijdag
    11° / 4°
    50 %
Meer weer