‘Of zoon natuur wilde overnemen, was de vraag’

Tienke WoudaTot vijf jaar terug dacht Stappershoef geen opvolger te hebben voor zijn melkveebedrijf in de polder bij Nijmegen waar hij 55 koeien houdt en 65 hectare grond bezit. ‘Dat onze zoon nog interesse voor overname zou hebben, kwam voor ons onverwacht. We hebben hem vijf jaar de tijd gegeven om erover na te denken.’
Wat de Gelderse melkveehouder ook niet meer verwacht had, was dat hij groen licht zou krijgen voor het omzetten van landbouwgrond naar natuurgrond. ‘We waren al tien jaar bezig met de vergunningverlening. Iedere keer werd het verzoek afgewezen. Opgeven doe ik niet. Ik had 5.000 tot 6.000 euro in de planmakerij gestopt en ik bleef het de moeite waard vinden om het iedere keer weer te proberen. Voor dit soort dingen is een lange adem nodig.’
Tussen de Kerkdijk en de Ooijse Graaf beheert Stappershoef straks moerasland, schraalgrasland en glanshaver. ‘Er zitten vier soorten beheer op’, geeft Stappershoef aan, die voor de ontwikkeling van natuur 17.000 kuub grond afgroef. Voor het beheren van de natuurgrond krijgt hij 85 procent van de geschatte waarde van de grond vergoed. Daarbij komt een vergoeding van 32.000 euro voor de komende zes jaar vanuit het beheercontract.
Natuur heeft al sinds de jaren negentig de volledige aandacht van Stappershoef. Als mede-oprichter van Vereniging Landschapsbeheer Groesbeek-Ooijpolder De Ploegdriever vond hij de scheiding tussen natuur en landbouw in die periode al achterhaald. ‘Ik kon het aan recreanten niet verkopen dat je voor de natuur maar achter de dijk moest zijn. Het is een taak van boeren om ook het landschap te versterken door het te onderhouden’, geeft hij aan.

Marktconforme prijzen

Dat onderhoud gaat bij De Ploegdriever, in tegenstelling tot veel andere verenigingen, tegen marktconforme prijzen. ‘Enkele zzp’ers werken op uurbasis voor de vereniging.’ 2013 was volgens Stappershoef een topjaar voor De Ploegdriever, omdat enkele meerjarige projecten afliepen. ‘We hebben ruim 250.000 ton omgezet. Dat is 38 procent meer dan het jaar ervoor.’ Het onderhouden van de 40 hectare dijken is onder andere een taak van de vereniging.
Nadat de Ooijpolder enkele jaren geleden door de toenmalige minister Gerda Verburg aangewezen werd als voorbeeldgebied voor het financieren van het landschap, vond in samenwerking met De Ploegdriever de eerste Nederlandse Landschapsveiling plaats. Brede natuurstroken, natuurpercelen en hagen, maar ook een hooiland, een voetgangersbrug, een faunatunnel, een landschapskunstwerk en een wandelpad passeerden de veilinghamer.
‘Dat was een groot succes, het leverde 110.000 euro op. De aankoop van de landschapselementen garandeerde dat ze voor een periode van tien jaar een natuurfunctie hebben. We wilden het landschap niet alleen voor onszelf houden. ‘
Landschappelijk gezien is het bedrijf van Stappershoef klaar voor de toekomst. ‘Het is heel erg geslaagd’, vindt de melkveehouder. Waar hij wel een beetje moeite mee heeft, zijn de langdurige contracten, zeker ook met het oog op de beoogde bedrijfsovername. ‘Het gaat iedere keer om een termijn van tien tot dertig jaar. Soms twijfel ik of ik het wel goed doe. Of ik niet te veel schepen achter mij verbrand.’
Daarbij komt volgens Stappershoef dat het voor de natuur- en landschapskant nooit genoeg is. ‘Ze willen een nog betere bescherming van de grutto. Maar als er op de vos geschoten wordt, dan is de wereld bij partijen als de Partij voor de Dieren te klein.’
Stappershoef richt nu al zijn pijlen op het optimaliseren en mogelijk uitbreiden van de melkveetak. ‘Wij willen hier nog wel een jaar of tien doorboeren. Maar uiteindelijk zal ik een stapje terugnemen en plaatsmaken voor mijn zoon als hij de beslissing heeft genomen om het bedrijf over te nemen.’