Case IH blijft werken aan strokwaliteit

Van oudsher dorsen we in Europa met maaidorsers met schudders. Korrels en kaf gaan door de zeven, het stro wordt via de schuddende beweging naar de stroverdeler getransporteerd.

In de Amerikaanse fabriek van Case IH, voorheen International Harvester, hielden ze er een ander idee op na. Het bedrijf bouwde maaidorsers met één lange dorsrotor in plaats van met schudders.

Dat Europese fabrikanten er een andere strategie op na houden als Case IH, is niet verwonderlijk. De dorsrotor is van origine niet erg strovriendelijk. Wie het stro later nog wil persen, kan van een koude kermis thuis komen.

Uitdaging

Om in de Benelux voet aan wal te krijgen met de Axial-Flow, is een acceptabele strokwaliteit behalen met een dorsrotor de uitdaging voor Case IH. Een rotor zorgt voor capaciteit en is een relatief eenvoudige constructie.

In Nederland reed in de zomer van 2012 voor het eerste een Axial-Flow rond. Met de komst van de stage 4-emissie-eis nam Case IH de maaidorsers op de schop.

Zes modellen

Met de introductie van de nieuwe series zijn er zes modellen maaidorsers te verkrijgen bij Case IH, namelijk de 5, 6 en 7 in de 140 serie en de 7, 8 en 9 in de 240-serie.

Het topmodel, de 9240, heeft een vermogen van 476 kW (634 pk). Case IH werkt bij de maaidorsers nauw samen met New Holland.

Wilbert Beerling, redacteur Landbouwmechanisatie