Kritieke melkprijs stijgt naar 39 cent

De kritieke melkprijs is gestegen naar een recordhoogte van 39 cent per kilo melk. Door de hoge melkprijs van 43,8 cent blijft de marge weliswaar positief. Toch doen melkveehouders er goed aan een buffer op te bouwen.

Mike Schellart Dat concludeert PPP-Agro Advies uit bedrijfsanalyses over het boekjaar 2013 van vijftig melkveebedrijven, voornamelijk gevestigd in Gelderland, Zuid- en Noord-Holland. De resultaten zijn voor het derde achtereenvolgende jaar naast elkaar gezet. De kritieke melkprijs is die melkprijs die nodig is om alle rekeningen te kunnen betalen. Dit is inclusief privé-uitgaven, belastingen, ‘normale’ aflossingen en ‘normale’ vervangingsinvesteringen.
‘Door de prima melkprijs is er voldoende marge, 4,8 cent per kilo. Er zit dus nog rek in, een melkprijsdaling is op te vangen. Als de nood aan de man is, dan wordt er geschakeld’, licht bedrijfseconoom Klaas de Jong van PPO-Agro Advies toe.
Toch waarschuwt hij. ‘De meerjarenverwachting is echter 37 cent per kilo melk. Bovendien zijn alle bedragen inclusief weidegang en btw. Dus voor opstallers is de marge kleiner.’
‘Ondernemers doen er verstandig aan de kosten goed in de gaten te houden’, vervolgt de bedrijfseconoom. ‘Het gevaar is dat boeren met een hoge melkprijs hun kostenstructuur aanpassen aan de melkprijs. Daarmee moeten ze oppassen, zeker gezien de meerjarenraming.’ De Jong wijst ook op het jaar 2012, toen de melkprijs op amper 38 cent stond en melkveehouders zelfs een licht negatief resultaat boekten.

Voerkosten

Vooral de hogere veevoerkosten duwen de kritieke melkprijs omhoog. Die stegen met 9 procent. Daarvan stegen de krachtvoerkosten met 8 procent, die van de aankoop van ruwvoer met 28 procent.
‘Het aandeel ruwvoer is weliswaar minder groot, toch doen veehouders er goed aan die kosten in de hand te houden’, stelt De Jong. ‘Maar er is ook een connectie tussen de melk- en de voerprijs. Als de melkprijs daalt, dan zakt de voerprijs vaak mee.’
Wat geld oplevert, is de eigen ruwvoerproductie verhogen. ‘Daarom is het zaak veel eigen mest op het eigen bedrijf te houden. Dat betekent dus meedoen met BEX, meer uitrijden op eigen land, zodat je meer productie haalt. Dat is puur optimalisatie’, aldus de bedrijfseconoom.
Waar boeren de meeste invloed op hebben, zijn de directe kosten. Een uitgebalanceerd voerrantsoen met niet te duur krachtvoer, verantwoorde kosten voor fokkerij en gezond vee door optimale dierverzorging hebben veel invloed op het saldo per koe.
‘Vraag je ook af eens of die grotere trekker of voermengwagen echt nodig is’, adviseert De Jong. ‘De een heeft dat veel beter in de vingers dan de ander en laat zich niet verleiden tot investeringen als de rekening-courant dat toelaat.’
In 2015 wordt het wegvallen van de quotumkosten een meevaller, verwacht de bedrijfseconoom. Dit jaar ligt dat nog anders. ‘Voor veehouders die melk leasen of boven hun melkquotum melken en een superheffing wacht, is dat bedrag 2.000 euro per extra koe of hoger.’
Melkveehouders doen er verstandig aan nu een financiële buffer aan te leggen. ‘Ik heb het idee dat dat ook meer gebeurt’, constateert De Jong. ‘Maar ondernemen is ook emotie. Nogal wat veehouders kunnen moeilijk tegen lege plekken in de stal. De groei gaat dan ook sneller dan ze hebben beoogd. Boeren moeten leren zich meer aan hun bedrijfsplan of strategie te houden. Dat pakt vaak beter uit. Als er geen echte aanleiding is, dan moet je niet van je koers afwijken.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 4°
    70 %
Meer weer