‘Precisie is meer dan gps’

De adviseur hoopt dat alle ingrediënten, inclusief machinedemonstraties, voor de telers op donderdag 28 augustus een mooie dag op het proefbedrijf opleveren.
Remijn werkt namens Uien Innovatie en Kennis Centrum (UIKC) hard aan de Uiendag 2014. Daarbij zal de organisatie, weer of geen weer, een programma bieden dat veel van de teelt van kwaliteitsuien laat zien. ‘We noemen het thema dit jaar ‘Kwaliteit door precisie’. Daarmee bedoelen we niet alleen gps.’
Koprot. Bij het binnenrijden van de tweedejaars plantuien is het duidelijk dat uienboeren het dit jaar wellicht weer zullen vinden in zaaiuien. Juist dit kan de teelt slecht hebben. ‘Natuurlijk willen we liefst meer uien naar verre landen leveren, maar die uien moeten lang in een schip. Handelaren zijn bang dat de kwaliteit van sommige partijen dat niet toelaat.’
Volgens Remijn begint kwaliteit op het veld en moet de teler er na de oogst aandacht aan blijven geven. ‘Stel dat je tijdens de teelt alle chemie op het juiste moment zou hebben ingezet, dan kun je de kwaliteit nog maken en breken in de bewaring.’ Met dat ‘Stel dat…’ bedoelt Remijn dat er nog veel kennis en ervaring nodig is om zeker te zijn van de juiste hoeveelheden en tijdstippen voor mest en middelen. Daarna kan het nóg misgaan in de bewaring.
Vorig jaar draaide de Uiendag om vervroeging. ‘We willen daar nu een vervolg op geven. Het blijft gewoon heel goed om de uien voor half september binnen te hebben’, zegt Remijn. Behalve dat dit minder teeltrisico’s met zich meebrengt, ziet Remijn ook de betere mogelijkheden om de partijen met buitenlucht te drogen. ‘Misschien heb je niet de laatste kilo, maar wel een betere ui.’
Wat de DLV-adviseur zou willen weten is hoeveel de ui nog groeit in de laatste paar weken op het veld. ‘Daar krijgen we namelijk regelmatig vragen over.’
Remijn vermoedt dat het wel eens minder kan zijn dan telers hopen. Als de tonnen niet met een paar duizend, maar met minder toenemen, ligt het mogelijk eerder op het pad van de teler om een beetje kilo’s in te leveren voor een ui die op tijd schoon achter de planken zit. De adviseur verwacht dat telers beter kunnen beslissen over een vroeger rooitijdstip, als de onderzoeksgegevens van de nagroei met 40 en 20 procent groen loof bekend zijn.
Het preciezer werken heeft volgens Remijn te maken met zaken als een vroege fosfaatstartgift in de rij aan het begin van het seizoen of het gebruiken van de beste gewasbeschermingsmiddelen en spuittechnieken. Als ander voorbeeld van precies werken noemt hij de klaplengte; die mag niet te lang en niet te kort zijn. Het heeft zeker effect op de kwaliteit en op koprot.
Andere kanten van precies werken zijn het juiste middel kiezen met werking of bijwerking op koprot en dan ook nog het allerbeste moment voor de behandeling van het gewas kiezen. Signum blijkt het sterkste middel, terwijl Fandango en Olympus ook een werking laten zien op koprot. Dacom is weer stappen dichter bij een adviesmodule voor koprot en zal bezoekers aan de Uiendag bijpraten over de nieuwste inzichten.
Bezoekers kunnen kiezen uit twee soorten rondleidingen op de Uiendag. De ronde met het thema gewasbescherming en rassen sluit af met een bandendemo, die meer laat zien over brandstofgebruik bij verschillende bandenspanning en het effect op de bodemstructuur belicht.
Telers die kiezen voor de meststoffenronde, sluiten af met een demo over precisie bij kunstmeststrooiers. Remijn: ‘De keuze is nu tussen een gewone strooier, één met een weegeenheid of één met gps. Steeds een stapje duurder. Kan zo’n strooier voor de teler financieel uit? Wij laten zien wat de techniek doet, bediscussiëren het financiële aspect en beperken het daarom tot één merk.’

Onkruid

Bij het spuiten met contactherbicide is een voor de hand liggende keuze om met een grove druppel te spuiten. De ui verdraagt deze middelen minder goed. Toch komt uit de praktijk de vraag of het met minder water kan of met lage doseringen. Dan neemt de capaciteit bij het werk toe. ‘Mogelijk is er wat perspectief voor een fijnere druppel en weinig water, maar dan met de halve dosering’, zegt Remijn.
In de onkruidbestrijding gaat Totril verdwijnen voor de uienteelt. Fabrikanten hebben goede resultaten geboekt met andere middelen. De puzzel om met bestaande en nieuwe middelen en nieuwe etiketten effectief onkruid te bestrijden is aanleiding voor de fabrikanten om massaal mee te werken aan proeven van het UIKC.
Nieuwe middelentoelatingen vergroten de keuzemogelijkheden voor de boer, maar de afweging tussen de kosten samen met de werking maakt telers nieuwsgierig. Onderzoek, soms risicovol, krijgt de beste plaats op een proefbedrijf. Een voorbeeld is de toelating afgelopen voorjaar van Vydate tegen aaltjes in uien voor 2015. Over de werking bij verschillende doseringen en eventuele nevenwerking is een korte presentatie op de Uiendag.
Remijn hoopt dat steeds weer tijdens de dag het doel naar voren komt: ‘Vóór 15 september een kwalitatief goede ui in de schuur te hebben. Daar draait het om.’