Sterk ondernemerschap eis voor toekomst loonbedrijf

Dat heeft verschillende oorzaken. Zo is de laatste jaren flink geïnvesteerd in overcapaciteit. Het gevolg is een hevige concurrentiestrijd met prijsvechters op de markt.
Ook de machinekosten zijn gestegen, zonder dat deze voldoende in de tarieven zijn verwerkt. Omdat de agrarische sector verandert, is een flexibele ondernemer op het loonbedrijf vereist.
Rabobank kijkt desondanks positief naar de toekomst. Bedrijven moeten zich meer specialiseren en dat kan. Bijvoorbeeld op het gebied van mestverwerking of het kunnen aanbieden van een totaalpakket.

Crisis geen effect

Afgezien van de grond-, weg- en waterbouw zijn loonbedrijven redelijk ongeschonden uit de crisis gekomen en bleef de werkgelegenheid op peil. Deze sector is nog steeds de grootste werkgever op het platteland. In de jaren hiervoor, tussen 2006 en 2009, was het rendement bovengemiddeld. Dit resulteerde in meer investeringen en meer concurrentie.
Mede door de crisis is er een daling in de financiële resultaten. De omzet steeg in recente jaren wel iets, maar het rendement daalde. Onderling zijn er grote verschillen. Zo behalen topbedrijven ook in magere jaren voldoende winst.
‘Loonwerkers hebben van oudsher het mestprobleem naar zich toegetrokken. Het oplossen van de huidige problemen door mest te bewerken, verwerken en exporteren is voor hun een kans. Ze doen dit al, maar samenwerking is nodig om installaties die meer dan 25.000 ton verwerken, op te kunnen zetten’, stelt Ausma.
‘Voor veehouders is dit niet interessant’, vervolgt hij. ‘Met het verdwijnen van het melkquotum in 2015 heeft de melkveehouderij de ambitie om te groeien. Hierdoor kunnen loonwerkers hun activiteiten in de breedte uitbreiden. Door een totaalpakket aan te bieden, kan een melkveehouder al zijn werkzaamheden uitbesteden en zich richten op zijn veestapel.’

Loonwerker voor deelondersteuning

‘Bij de akkerbouw ligt dit anders’, gaat Ausma verder. ‘Akkerbouwers hebben goede jaren achter de rug, waardoor veel is geïnvesteerd in machines. Loonwerkers worden nu steeds meer ingezet voor deelondersteuning. Mede dankzij weersveranderingen moet in korte tijd veel gebeuren. Daarbij komt de enorme overcapaciteit tot zijn recht.’
In de akkerbouw specialiseren loonbedrijven zich steeds meer, bijvoorbeeld in precisielandbouw, vertelt Ausma. ‘Machines zijn vaak wel aanwezig maar de benodigde kennis ontbreekt. Bovendien is het een moeilijk rendabel te maken techniek. Bij investeren moet niet alleen naar de technische, maar ook naar de economische levensduur worden gekeken.’
Prijsvechters ondermijnen de tarieven van gerenommeerde loonbedrijven. Dat is echter niet de langetermijnstrategie waar Rabobank naar streeft. Van oudsher al voeren overgemechaniseerde landbouwbedrijven werkzaamheden uit voor derden. Vaak wordt hierbij een lage kostprijs gehanteerd. ‘Deze bedrijven zullen de bodem van de markt vormen’, zegt Ausma. ‘Prijsvechters krijgen rendementtechnisch een probleem en hebben geen toekomst.’ Daarover is Ausma duidelijk.
Hebben jonge loonwerkers een toekomst? Rabobank denkt van wel. ‘De jongere generatie is zakelijk goed onderlegd door hun opleiding’, legt Ausma uit. ‘Nieuwe machines zijn duur, wat kan leiden tot samenwerking met andere bedrijven. Dat zie je al veel in de grond-, weg- en waterbouwsector.’
Machines leasen is een optie, maar moet volgens Ausma voorzichtig worden benaderd. ‘Leasing wordt steeds vaker gebruikt als verkoopargument en dat is geen goede zaak. Lease kan, maar alleen wanneer het totaalplaatje klopt. Anders kan een liquiditeitsprobleem optreden.’
Vooral de middenklasse van loonbedrijven moet de komende jaren stappen zetten. Flexibiliteit is vereist om rendabel te kunnen werken. Vaak vraagt dit om specialisatie. Door het aanbieden van een totaalpakket kan een loonbedrijf de ondernemer zorgen uit handen nemen. In zo’n positie kan ook voor een gezond tarief worden gewerkt, meent Ausma.
‘Een loonbedrijf moet zijn investeringsplan in november rond hebben. In december kunnen gesprekken plaatsvinden en problemen worden getackeld. Te vaak moeten laat in het seizoen nog beslissingen worden genomen’, zegt Ausma. ‘Net als bij akkerbouwers en veehouders is het essentieel dat ieder zijn kostprijs goed weet en dit ook durft te rekenen. Alleen bij een gezonde financiële situatie heeft het loonbedrijf een toekomst. Investeren in overcapaciteit is er niet meer bij.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    10° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 4°
    30 %
Meer weer