‘Net zo goed als antibiotica’

De veehouder is enthousiast over het preparaat. ‘Bij ons werkt het zeker zo goed als antibiotica. Voordeel is ook dat je geen wachttijd hebt. Als we met Allimax een koe met mastitis behandelen, dan zie je dat de koe de eerste dagen meer vlokken in de melk heeft. Het lijkt dan erger te worden. Dat kwartier melken we enkele dagen apart. De uierontsteking geneest vervolgens heel snel.’
Bij een koe met zichtbare mastitis dient Spruit meteen de bolus toe die gedurende zeven dagen werkt. Daarbij geeft hij haar ook vloeibare Allimax. Koeien met een hoog celgetal geeft hij de langwerkende bolus.
Ook koeien met een baarmoederontsteking behandelt de melkveehouder met het middel, dat overigens geen geneesmiddel is, maar een aanvullend diervoeder. Antibiotica gebruikt Spruit nauwelijks meer, de dierdagdosering ligt op 0,85 per dier per jaar. Het gemiddelde celgetal op het bedrijf ligt op gemiddeld 125.00 cellen per milliliter.
‘Een behandeling is wel duur’, zegt Spruit. ‘Voor een bolus ben je circa 40 euro kwijt en voor de vloeistof zo’n 10 euro per behandeling. Maar met antibiotica kom je ook snel aan dat bedrag. Bovendien kun je de melk dan dagenlang niet leveren.’

Geur

Hans Bok heeft Allimax ontwikkeld. Hij is eigenaar van het bedrijf Allicin Animal Care International (AACI). Hij legt uit dat het middel de werkzame stof allicine bevat. Deze stof is niet in de knoflookbol aanwezig, maar wordt gemaakt uit twee stoffen die in de knoflookbol voorkomen: alliine en allinase.
‘Als die bij elkaar komen, dan krijg je die bekende geur die wij herkennen als we een knoflookteentje aansnijden’, legt Bok uit. ‘Die geur, dat is allicine. Het bijzondere van de stof is dat deze een sterk antibacteriële werking heeft. Het is vooral effectief op bacteriestammen die resistent zijn voor antibiotica.’
Voorbeelden daarvan zijn Staphylococcus aureus (MRSA), E. coli en Klebsiella.
Volgens Bok is Allimax een natuurlijk alternatief voor antibiotica tegen uierontsteking en andere infecties bij melkvee. ‘Antibioticum is een fantastisch medicijn. Maar het is resistent aan het worden tegen veel bacteriën. Dat is een groot drama. Inmiddels hebben wij nu een alternatief ontwikkeld voor de veehouderij.’
Bok noemt zijn product geen zweverig alternatief middeltje uit grootmoeders geneesmiddelenkastje, maar een zuiver wetenschappelijk ontwikkeld product. Hij noemt het een voedingssupplement of een aanvullend diervoeder. De term geneesmiddel mag hij niet gebruiken, omdat het niet als zodanig is toegelaten.
De eigenaar van AACI liet Allimax testen door Wageningen UR en Universiteit Utrecht. ‘De resultaten staan op de website www.allimax.nl. Ook is het middel GMP-gecertificeerd.’
Maria Groot is dierenarts bij Rikilt Wageningen UR. Ze doet onderzoek naar de effecten van kruiden op diergezondheid en heeft ook de werking van Allimax onderzocht. ‘Wij hebben het in het laboratorium getest. Daaruit blijkt inderdaad dat het een antibacteriële werking heeft. Dat is ook bekend uit de literatuur. Maar we hebben geen praktijkproeven met koeien gedaan waaruit blijkt dat het middel effectief is bij mastitis.’
Volgens Groot is het niet terecht dat Bok zijn product een natuurlijk alternatief voor antibiotica noemt. ‘Het is wel een natuurlijke stof met een antibacteriële werking, maar dat is chloor ook. We hebben toch allemaal zoutzuur in onze maag?’
‘Als je werkelijk wilt zeggen dat het een vervanger is van antibiotica, dan moet je het ook als zodanig testen bij koeien’, vervolgt de dierenarts. ‘Die onderzoeksresultaten zouden dan gepubliceerd moeten zijn. Zou Allimax werkelijk zo effectief zijn, dan heb je bovendien een voedermiddel met de claim van een diergeneesmiddel. In dat geval moet het ook als zodanig worden geregistreerd.’
Toch blijken melkveehouders in de praktijk goede resultaten te boeken met Allimax. Leendert van Gilst is eigenaar van het bedrijf Allicare en verkoopt de Allimax-bolussen en -vloeistof. ‘We hebben inmiddels ruim 650 klanten. Natuurlijk heb je vaak te maken met sceptische reacties, maar we zien in de praktijk dat het preparaat werkt. Gemiddeld slaan acht op de tien behandelingen aan. Met onze persoonlijke adviezen helpen we boer graag verder, zodat het slagingspercentage verder stijgt.’
Bij sommige koeien werkt het knoflookpreparaat doorgaans niet, zoals dieren met een negatieve energiebalans of een chronisch hoog celgetal. ‘Dan is er vaak meer aan de hand. Samen met de veehouder zoeken we dan naar de oorzaak’, zegt Van Gilst.
Melkveehouders gebruiken het knoflookpreparaat ook bij het selectief droogzetten van koeien. Daar heeft ook melkveehouder Spruit ervaring mee. ‘Bij de oudere koeien die een hoog celgetal hebben, dienen we een week voor het afkalven de 21-dagenbolus toe. Dan komen ze goed de droogstand uit.’

Zeven jaar ervaring

Melkveehouder André Marinissen in Biggekerke heeft zeven jaar ervaring met Allimax. ‘We zijn er heel wijs mee. Als ik merk dat de geleidbaarheid en temperatuur van een koe verhoogd zijn, stop ik er een bolus in. Je moet erbovenop zitten, dan blijf je de mastitis werkelijk voor. Ook bij klinische uierontsteking, koorts of witvuilers werkt het goed.’
Marinissen melkt 55 koeien. De gemiddelde melkgift is 9.000 liter per jaar. De dierdagdosering ligt op 2,5 per dier per jaar, het celgetal is gemiddeld 125.000 cellen per milliliter.
Naast zijn melkveebedrijf heeft de Zeeuw een boerderijcamping. Hij merkt dat gasten het positief vinden dat hij vaak knoflook gebruikt in plaats van antibiotica.
De ondernemer heeft wel een advies voor andere melkveehouders: ‘Let erop bij wie je het knoflookpreparaat koopt. Er zijn veel kwakzalvers op de markt.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 9°
    65 %
Meer weer