Binnen welke termijn na de maïsoogst moet ik een vanggewas of groenbemester inzaaien?

Om te voorkomen dat hierdoor te veel stikstof uitspoelt, zijn er voor maïsland op zand- en lössgrond speciale regels opgesteld. Als u maïs heeft geteeld op zand- of lössgrond, dan moet u een vanggewas telen, ook wel groenbemester genoemd. Het zaaien van een vanggewas na maïs is bedoeld om uitspoeling van stikstof in het najaar en de winter te voorkomen. Niet alle gewassen zijn geschikt als vanggewas na maïs. De toegestane vanggewassen zijn: bladkool, bladrammenas, gras, triticale, wintergerst, winterrogge en wintertarwe.
Er gelden enkele regels voor het telen en vernietigen van een vanggewas. Zo moet u het vanggewas direct na de oogst van maïs telen. Dit mag via onderzaai in de maïs of via zaaien na de oogst van de maïs. Verder mag u het vanggewas niet vernietigen voor 1 februari van het daaropvolgende jaar. Wilt u weten of uw perceel onder zand- of lössgrond valt? Kijk dan op de Grondsoortenkaart Nederland. Die vindt u door op de website www.mijnrvo.nl van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) te zoeken op ‘Grondsoortenkaart Nederland’.
Als u na maïs geen vanggewas teelt, dan bent u in overtreding. Dit controleert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). U kunt dan een boete krijgen, maar ook een randvoorwaardenkorting. Blijkt dat u een randvoorwaarde heeft overtreden, dan wordt dit door RVO gemeld en krijgt u van hen een bericht over het kortingspercentage.