Utrecht naar 4.000 ganzen in 2017

Dit betekent dat betrokken partijen actief aan de slag gaan met het terugdringen van de populatie jaarrond verblijvende ganzen.

Zo komt er meer ruimte in aanwijzingsbesluiten om zonder toestemming gronden te betreden om de brandgans, de grauwe gans, de nijlgans en de soepgans aan te pakken.
‘We passen hierbij de gereedschapskist met middelen toe in lijn met het Ganzenakkoord’, laat een woordvoerder van de provincie weten.

Aanpak

‘Dat begint al in februari met koppelreductie van paarvormende ganzen, nestreductie (het rapen en prikken van eieren et cetera), het vangen van ganzen in de rui en voor het overige het schieten van ganzen. We verwachten van de landbouw een actieve houding in deze aanpak', aldus de woordvoerder.

Alternatieve diervriendelijke methoden, zoals beperken van broedmogelijkheden, komen pas in beeld zodra de reductie is behaald. Voorkomen moet worden dat er opnieuw een explosieve groei optreedt.

Groei

Die groei gaat sinds vorig jaar minder hard. In 2011 telde Utrecht nog 31.580 grauwe ganzen, in 2013 was dat aantal opgelopen tot 36.745 dieren.

In 2014 zijn er 23.000 ganzen afgeschoten, maar door een explosieve groei in het voorjaar eindigde de teller toch nog op een totaal van 27.577. Ook voor komende jaren wordt er gestreefd naar een reductie van zo’n 23.000 ganzen per jaar.

Beleid

De aanpassing van de Utrechtse beleidsnota Flora- en Faunawet 2014 komt na het ineenklappen van het landelijke Ganzenakkoord. De provincies hebben afgesproken het ganzenbeleid nu zelf op te pakken.

Toch verandert er wel het een en ander in de bestaande beleidsnota. Zo worden de foerageergebieden uit de verordening geschrapt en vervangen voor ganzenrustgebieden. Behalve dat ganzen hier verblijven, hebben ze in deze gebieden ook de mogelijkheid te broeden.

Lees meer hierover deze zaterdag in Nieuwe Oogst, editie Midden