Fabriek niet vol door ‘business as usual’

Noord-Nederland - De grondgebonden melkveehouderij kan in Noord-Nederland met 30 procent groeien. Dat blijkt uit onderzoek van Accon AVM en Wageningen UR. ‘Als er niks wordt gedaan, dan wordt de fosfaatruimte opgesoupeerd door andere delen van het land’, waarschuwt de Groningse gedeputeerde Henk Staghouwer.

Tienke WoudaDe studie verschijnt op het moment dat LTO Noord de Kringloopwijzer uitrolt.
De 4.500 melkveehouders in Noord-Nederland produceren jaarlijks een kleine 4 miljard kilo melk, 33 procent van de totale melkproductie in Nederland. De grondgebonden melkveehouderij kan de melkproductie met een kleine 30 procent laten groeien naar ruim 5 miljard kilo door voerspoorbenutting, veestapelverbetering en verhoging van de acceptatiegraad van mest, geeft directeur Food & Agri Lubbert van Dellen van Accon AVM aan in het rapport ‘Groeikansen melkveehouder Noord-Nederland binnen milieukaders’.
Van Dellen deed in opdracht van de drie noordelijke provincies onderzoek naar mogelijke groei in Noord-Nederland. De sector is nu aan zet, want dat de in aanbouw zijnde zuivelfabrieken vol komen door ‘business as usual’ is een fabel.
Heikel punt is de plaatsingsruimte van mest. Er is plaatsingsruimte voor 42 miljoen kilo fosfaat. Met de huidige acceptatiegraad van mest (ruim 60 procent in akkerbouw en melkvee in de 90 procent) wordt hiervan 36 miljoen kilo fosfaat benut door gehouden dieren.
In Groningen, Drenthe en Friesland werd vorig jaar een kleine 37 miljoen kilo fosfaat in de vorm van dierlijke mest geproduceerd. Twee derde bestond uit rundveemest. Hiervan werd netto 1 miljoen kilo fosfaat naar elders geëxporteerd. Een kleine 36 miljoen kilo is dus binnen de provincies zelf geplaatst.
Een groei van 30 procent melkproductie leidt bij business as usual tot een groei van 5 miljoen kilo fosfaat, rekende Van Dellen uit . In 2013 had Friesland een overschot van 1,8 miljoen kilo (90 procent melkvee) en Drenthe en Groningen ruimte voor 1,9 miljoen kilo (50 procent melkvee).
Het benutten van de voerspoormogelijkheden kan de totale fosfaatproductie met 2,7 miljoen kilo reduceren, het benutten van de veestapelverbetering met 1,3 miljoen kilo, geef de directeur Food & Agri van Accon AVM aan.
‘Dan is er nog een overschot van 1 miljoen kilo fosfaat. Het verhogen van de acceptatiegraad van dierlijke mest kan de plaatsingsruimte met 3,3 miljoen kilo fosfaat laten toenemen. Hierdoor is er 2,3 miljoen kilo fosfaatruimte beschikbaar ondanks 30 procent groei van de melkproductie.’
Om de acceptatiegraad te verhogen moet de ontvanger veel meer verleid worden. Boeren moeten zich ervan bewust worden dat mest afzetten zonder aan de ontvanger te denken niets oplevert. Kansen zat: met mest of kunstmestvervangers kan een goed of beter resultaat worden gerealiseerd dan met kunstmest en regionale kringlopen sluiten met gemengde bedrijfsvoering, het nieuwe gemengde bedrijf over verschillende melkvee- en akkerbouwbedrijven.
De aanbevelingen in het rapport sluiten aan bij wat LTO Noord vindt wat er moet gebeuren, zegt mestspecialist Wiebren van Stralen van LTO Noord. LTO Noord is bezig met de uitrol van de Kringloopwijzer. Een relatief klein aantal, zo’n vijfhonderd boeren, gebruikt nu al de Kringloopwijzer. Het is nog geen achtste van het totaal. Dat aantal moet fors omhoog, erkent Van Stralen.
‘De kunst is nu om vooroordelen weg te nemen. Kringloopboeren betekent geen revolutie op je erf. Een goede grasopbrengst is niet strijdig met het mestbeleid. Het is beter dan elke keer puzzelen met maïs en je haalt er veel makkelijker de derogatie mee.’

Centrale database

Met de invoering van de centrale database van de Kringloopwijzer begin 2015 verwacht Van Stralen dat boeren ook een slag kunnen maken. ‘Nu bestaat zo’n 70 procent uit het invullen van gegevens. Met de database wordt dat nog maar 30 procent.’
Daarnaast ziet Van Stralen kansen in verbetering van de veestapel. Het jongvee op bedrijven kan omlaag. ‘Er wordt geen druppel extra melk geproduceerd met jongvee dat is bestemd voor de export.’
Ook de provincies willen in overleg met LTO Noord de kennis vergroten onder de boeren, geeft de Groningse gedeputeerde Henk Staghouwer aan. ‘Dat er mest vanuit Zuid-Brabant naar de Veenkoloniën wordt gereden is onzin. Wij moeten partijen beter matchen, zodat korte lijnen ontstaan.’ De provincies willen de agrarische sector hierbij financieel ondersteunen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 4°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer