Libelle kan niet zonder hulp van krabbenscheer

De groene glazenmaker is een zeldzame, maar ook heel bijzondere libel. Zij vormt een twee-eenheid met de waterplant krabbenscheer, waarop de libel haar eitjes legt. Boeren en particulieren moeten krabbenscheer ontzien bij het schoon houden van sloten. Tineke Bijl (23) uit Bennekom heeft voor de provincie Utrecht uitgezocht hoe dat het beste kan.


De libel, die internationaal op de rode lijst staat, is in aantallen zo fors achteruit gegaan, dat ze nu zeldzaam is. Die teruggang loopt parallel met het verdwijnen van krabbenscheer. In de provincie Utrecht kwam in de periode tussen 1975 en 1983 in 297 kilometerhokken krabbenscheer voor (tenminste één plant per kilometer). In de periode 1983 – 2000 was sprake van meer dan een halvering naar 123 kilometerhokken. Daarna is er niet meer geteld.

Thuis in de veenweide

In het kader van haar afstuderen als biologe aan Wageningen Universiteit heeft Tineke Bijl als stage-opdracht van de provincie gekeken naar de mogelijkheden om in Utrecht de kansen voor deze kwetsbare libellensoort te vergroten. Deze provincie vormt samen met Zuid Holland, Noordwest Overijssel, Friesland en Groningen het belangrijkste verspreidingsgebied van de groene glazenmaker, die zich vooral thuis voelt in het plasrijke veenweidegebied. De provincies, die tegenwoordig het natuurbeleid uitvoeren, zijn wettelijk verplicht om de groene glazenmaker te beschermen. Datzelfde geldt voor de waterschappen bij het slotenbeheer.

Het is verboden om krabbenscheer te verstoren of te beschadigen, maar in de praktijk kan dat niet. De waterplant groeit uitbundig en vormt hele matten, ideaal voor de libel om er haar eitjes in te leggen. Binnen een paar jaar is een sloot dicht gegroeid en verstikt de plant zichzelf. Dat is niet de bedoeling. Een goede waterdoorstroming komt in het gedrang. Uit dat oogpunt verplichten waterschappen de slootbezitters om hun sloot schoon te houden en uit te baggeren, waarbij ze krabbenscheer verwijderen of beschadigen. Dat botst dan weer met de bescherming van de groene glazenmaker.

De aankomend biologe stelt nu een praktische tussenweg voor, die zowel het onderhoud als de libel ten goede komt. Voor zowel schonen als baggeren van de sloot is het belangrijk om de werkzaamheden alleen uit te voeren als het nodig is, bij voorkeur niet vaker dan eens in de vier jaar: schonen bij een bedekking van 75 tot 100 procent en baggeren als de sloot te ondiep wordt (minder dan 60 cm). ‘Dat geeft krabbenscheermatten de kans om zich te herstellen, en ook zijn de groene glazenmakers in staat ongestoord alle levensstadia te doorlopen’, geeft Tineke Bijl aan. Bij het schonen is het belangrijk om niet de hele sloot te maaien, maar hooguit 30 tot 50 procent.

Baggerspuit

‘Hierdoor blijft een deel van de krabbenscheermat in stand die dan weer de mogelijkheid heeft tot verjonging’, legt ze uit. Baggeren moet niet gebeuren met een kraan, maar met een baggerpomp of baggerspuit, die onder de krabbenscheerplanten wordt doortrokken en deze nauwelijks beschadigt. Het mes snijdt bij het gebruik van de pomp aan twee kanten, de plant wordt ontzien en de bagger kan als bemesting op het land dienen. Tineke Bijl wijst er op dat het baggeren niet te diep moet gebeuren: 60 tot 80 centimeter. Als het dieper wordt, blijft de krabbenscheer onder water en heeft de libel er niets aan. De provincie gaat in samenwerking met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden verder kijken hoe ze de resultaten van het onderzoek in de praktijk kan brengen.

Foto’s groene glazenmaker: Tim Termaat

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer