Stropen en jachttoezicht in museum

Waar wild is wordt gestroopt Cees van Geel (68) kan het weten. Als jachtopziener en BOA heeft hij talloze stropers in de kraag gevat en ze hun vallen en klemmen afhandig gemaakt. Veel exemplaren doen nu dienst in zijn museum voor Jachttoezicht en Stroperij in zijn woning midden in de bossen in Epe.

Dierenkwellerij

De jachtopziener en BOA, die nu op landgoed Welna een oogje in het zeil houdt, ziet wel een groot verschil in stropers van toen en nu. Vroeger stroopten ze vooral ‘voor de pot’ en voor het geld. Daarbij zorgde de huis-tuin-en-keukenstroper ook nog voor zijn ‘eigen’ veld. Net als de reguliere jager hield hij een ‘spaarpot’ van voldoende overblijvend wild aan. Tegenwoordig kan iedereen overal wild kopen en is stropen alleen nog voor de kick. Voor de huidige stropers heeft Cees van Geel weinig goede woorden. Ze staan ver van de natuur. ‘Het is louter meedogenloze dierenkwellerij, verzucht Van Geel.
Een vergelijkbaar onderscheid als bij stropers vroeger en nu ziet hij tussen particuliere eigenaren, die in het praktijk hun natuurgebied beheren en wat hij noemt ‘natuurgerichte ambtenaren op de Veluwe en de Oostvaardersplassen’. ‘Dat is ook dierkwellerij. Een hek er omheen en maar fokken. Als je geluk hebt krijg je als creperend stuk grofwild een genadeschot’, geeft hij zijn verontwaardiging weer. Het kan ook heel anders, ziet hij in zijn omgeving bij het Nationaal Park de Hoge Veluwe, ‘ook een hek maar wel met verantwoord populatiebeheer door professionele jachtopzichters’.

Aanvankelijk zag het er niet naar uit, dat Cees van Geel in het jachtopzienersvak terecht zou komen. Na de ambachtsschool ging hij eerst in de (verwarmings-) techniek aan de slag, maar natuur en buiten lokten. Tegen de zin van zijn vader schoof hij langzaam met opleidingen richting bosbouw en wildbeheer. ‘Als jachtopzichter verdien je niks’, argumenteerde zijn vader. Naast een hulpopzichtersbaantje voor halve dagen in de Wieringerwaard en de rest van de week in dienst van een loonwerker kwam hij weer een stapje dichter bij zijn ideaal. Bij de loonwerker in het veld lette hij meer op de wildstand dan op de rijen bieten vóór de rooier of de sloot die hij met de grijpkraan schoonde. Tijdens een drijfjacht viel zijn enthousiasme op en kreeg hij een fulltime aanbieding als jachtopziener in de Betuwe. Daar in de polder rond Leerdam/Vuren deed hij zijn eerst professionele ervaringen met jachttoezicht en stroperij op. ‘Een weidse polder, ideaal voor hazenstroperij met lange honden, geen pikdraad: 30-35 hazen in één keer in beslag genomen, dat kon toen nog.’

Tegenwoordig woont hij midden in de Veluwse bossen op landgoed Welna, maar zijn glorietijd in het opbouwen en beheer van een jachtveld beleefde hij na de Betuwe, 32 jaar lang, op het 2700 hectare grote landgoed ‘De Utrecht’ van Hilvarenbeek tot aan de Belgische grens. Over die ‘goeie oude tijd’ met vliegende brigades en veldpolitie kan Cees geanimeerd verhalen. Het was stropen met lichtbakken en achtervolging in snelle auto’s. ‘Ze waren zo de Belgische grens over. De natuurman heeft er tot nu toe honderden spannende lezingen over gegeven. Ook was Cees tientallen jaren bestuurder van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht (KNVvN) en gaf hij in de stand voorlichting op beurzen en feesten. Van Geel is onlangs nog docent geworden voor de nieuwe Reewildcursus van de Stichting Jachtopleidingen in Amersfoort.

Toezicht is nodig

Hij maakt zich zorgen over het beroep van jachtopzichter. De nieuwe Natuurbeschermingswet belooft weinig goeds met verdere bezuinigingen en het opheffen van de vrije jacht (onder meer op hazen). Jacht beperkt zich tot ‘populatie beheer en schadebestrijding’. Cees hoopt toch vurig dat er nog een potje overblijft voor particulier jachttoezicht. ‘Want de kennis van de natuur door stadsmensen wordt steeds minder en de druk op het veld wordt steeds groter door motorcrossers, mountainbikers, trimmers en schatzoekers met GPS. ’Hij noemt ook de belasting van de natuur door georganiseerde huifkartochten en allerlei (steeds duurdere) excursies. Er komt steeds meer onrustverstoring voor het wild. “Wildzichtbaarheid heet dat”, zegt hij enigszins smalend.

Martelwerktuigen

In zijn, sinds vorig jaar voor bezoek opengestelde, privémuseum heeft Cees een keur aan uitrusting en hulpmiddelen tentoongesteld. Overal naamplaatjes en toelichting. Deels samengesteld uit legaal verbeurd verklaarde verboden middelen, deels uit giften van vrienden en particulieren. Te beginnen met de dienstfiets van zijn vader en diens manchesteruniform, dat zo pittig rook na een regenachtige week zwoegen. ‘Je wist als jachtopzichter wel wanneer je wegging, maar nooit wanneer je ’s avonds thuis kwam.’ Uniformen van een eeuw geleden tot nu, kijkers, emblemen, knevelkettingen, lampen, zakmessen en geweren. Bij alles hoort een persoonlijk verhaal. Soms met een stukje eerbied, bijvoorbeeld voor
een zelf geknutseld geweer van het
stropersgilde. Dan weer ronduit
afschuw voor moordwerk-
tuigen als een helse guillotine of de wurgend dodelijke vangkorf.

Hij heeft ook een opvallend grote
klem, die twee man moesten instellen, anders werkt hij niet. Hij kan er vol vuur over vertellen, want jachttoezicht en stroperijbestrijding zijn z’n passie.

*Museum bezoeken? Bel Cees van Geel, Epe 06 536 77 205.

Tekst en foto’s: Kees de Kroon

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer