‘Wat de panda is voor China is de grutto voor Nederland’

Grutto’s vormen het speerpunt bij de weidevogelbescherming die Egbert en Corné Zorgdrager op hun biologische melkveebedrijf op het eiland Terschelling toepassen. De koeien moeten soms een stapje terug doen voor de weidevogels. ‘Wat de panda is voor China, is de grutto voor Nederland’

Biologische kaas

Aan al deze voorwaarden voldoet Egbert Zorgdrager op
Terschelling in ruime mate. In een VOF met zijn zoon Corné runt de biologische boer een 100 hectare groot melkveebedrijfin de polder ten zuiden van Formerum.
Eigenlijk steunt het bedrijf op twee poten: een biologische
tak en agrarische natuurbescherming, of om precies te zijn
weidevogelbescherming. Ze gaan uitstekend samen.
De stal biedt ruimte aan 110 Fleckvieh koeien en 80 stuks jongvee. Met dit veeras is het prima boeren vindt Zorgdrager. Ze geven op jaarbasis rond de 2.000 liter minder melk dan koeien in de gangbare melkveehouderij, maar Egbert hoeft niet het onderste uit de kan. Hij is tevreden met de extra acht centen die de biologische melk per liter meer oplevert. Al die melk blijft op het eiland om er streekgebonden kaas van te maken. Daar doen de eilanders het allemaal voor.

De grutto voorop

Dat geeft een goed gevoel, net als het weidevogelgebeuren, waarin de grutto voorop staat. ‘Als het de grutto goed gaat, en hij doet het goed op ons bedrijf, 95 procent van alle eieren komt uit, liften alle andere soorten mee. Ik ben er van overtuigd, dat je weidevogels kunt managen’, zegt de veehouder. Het gaat daarbij zelfs zover dat de beweiding van de koeien soms een stap terug moet doen ter wille van de grutto’s. ‘Want die weidevogel is afhankelijk van dit stukje aarde. Wat de panda is voor China, is de grutto voor Nederland’, betoogt Egbert Zorgdrager.

Eind maart arriveren de vogels vanuit Afrika waar ze gedurende de wintermaanden van rijst hebben geleefd. Als ze op het wad aankomen, schakelen ze over op dierlijk voedsel dat rijkelijk aanwezig is. In de weke bodem kunnen ze er gemakkelijk met die lange snavel bij. ‘Als ze terug zijn kijken ze eerst even in de polder of alles nog bij het oude is. Daarna zie je ze twee weken niet meer, omdat ze dan in groepen op het wad leven, maar halverwege april zijn ze plotseling terug in de polder om te beginnen aan de voortplanting. Dat ritueel begint hier later dan aan de vaste wal’, vertelt de Terschellinger, die geniet van de grutto’s. ‘Net zoveel als van koeien die een paar honderd liter meer melk produceren.’

330 broedparen

De weidevogelstand in de uitgestrekte 1.000 ha grote polder tussen Midsland en Oosterend is uitstekend. Bijna alle boeren doen mee aan agrarisch natuurbeheer. Alleen al op de landerijen van Egbert en Corné Zorgdrager broedden dit jaar 330 paren. De grutto was er dit jaar met 45 paartjes; tureluur: 60 paar; kievit: 35 paar; scholekster: 150 paartjes. Daarnaast is er een kokmeeuwenkolonie waar tussendoor ook visdiefjes broeden. En de veehouders telden op hun percelen tussen de 12 en 15 slobeendnesten, maar ook de kuif- en krakeend waren aanwezig evenals de talingen. Al met al 330 broedpaartjes.
Dit jaar was voor alles een uitstekend broedseizoen, merkt Zorgdrager op. ‘Alleen de kievit deed het wat minder en wij weten niet waarom. Dat geldt eveneens voor de leeuwerik. Die broedde hier vroeger massaal. De graspieper komt nog wel veel voor’, voegt hij er enigszins geruststellend aan toe.

Rust in de polder

Van west naar oost loopt over Terschelling één lange weg met daaraan gedrapeerd de dorpen.
Alle bebouwing is in de directe omgeving van de dorpen en die hoofdweg. Er gaan wel landweggetjes de polder in, richting zuid naar de waddendijk, maar er is geen bebouwing. In tegenstelling tot Ameland mocht er op Terschelling niet in de polder worden gebouwd, legt Zorgdrager uit. ‘Dat bevordert natuurlijk wel de rust in zo’n gebied. Weidevogels zijn daar op gesteld’, weet hij.
Grondpredatie mag dan op het eiland vrijwel ontbreken, het betekent niet dat er geen gevaren zijn. Meeuwen zijn hier in groten getale aanwezig. Vergeet dan vooral de slokop van een zilvermeeuw niet. Ook de buizerd lust wel een hapje. Ze opereren vooral vanuit het Formerumerbos. ‘Daar broeden wel negen paartjes’, klinkt het met zorg. ‘Van de kiekendief, in de duinen achter het Formerumerbos hebben we dit jaar wat minder last omdat er meer konijnen zijn, waar ze achteraan zitten.’
De veehouder vertelt dat aan weerskanten van zijn boerderij een eendenkooi ligt, waarin jarenlang ook een paartje buizerds vertoefde. ‘Dit jaar niet en gelijk zag je een opleving van de weidevogelstand. Ik zie wel eens een jonge vogel in de klauwen van een roofvogel hangen. Maar ja, dat hoort er bij. Als je het maar niet té vaak ziet’, constateert Zorgdrager, die ook vaststelt dat eierpredatie weinig voorkomt. ‘Als zich toch een rover in het luchtruim van de weidevogels waagt komt het hele leger in actie met de grutto voorop. Als een Starfighter duikt hij op de vijand. Bij zo’n grote concentratie weidevogels geldt het principe: samen staan we sterk.’

Beheervergoedingen

De Zorgdragers op Terschelling bewijzen dat een biologisch boerenbedrijf en agrarisch weidevogelbeheer ook tegenwoordig goed samen kunnen gaan. Egbert Zorgdrager: ‘Mijn vader deed het ook al op wat kleinere schaal. Ik boer nu 25 jaar op dezelfde manier, maar dan op veel grotere schaal.’
Voor de maatregelen die ze treffen ten gunste van de weidevogels krijgen de veehouders beheervergoedingen. Ze vormen destijds en nu mede de financiële basis onder het bedrijf. ‘Dat moet ook zo blijven’, reageert de biologische boer op de nieuwe plannen die er nu zijn voor het agrarisch natuurbeheer vanaf 2016 met gebiedscollectieven. Geruststellend is dat weidevogelbeheer een speerpunt is bij die nieuwe plannen.
Mede dankzij de biologische eilandkaas en de beheervergoedingen heeft Zorgdrager in de loop der jaren veel grond kunnen bijkopen. Misschien moet er nog wel meer bij, want ook een tweede zoon Wietze (17) heeft zich gemeld. Hij studeert nog maar heeft ook belangstelling voor het werk.

Lichtgroen gras

Een verhaal apart is het grasland op het bedrijf. Egbert Zorgdrager formuleert zijn zinnen voorzichtig als hij zegt dat het gras bij hem minder groen is dan in de moderne veehouderij. Hij heeft er meteen een verklaring voor. ‘Als je Engels raaigras zaait, weet je dat je eerder maait dan het gras dat ik nu heb. Je weet dan ook dat reproductie van weidevogels nul komma nul is.’
Terwijl de veehouders al in mei maaien en dit jaar zelfs eerder, gaan op het biologische bedrijf pas eind juni de maaimachines de wei in. ‘Dat kan niet eerder want de rotganzen vertrekken pas eind mei. Ze hebben het gras, voornamelijk langs de zeedijk erg kort gehouden. Niet erg, want dat maakt het juist gevarieerd en kruidenrijk. Als de ganzen weg zijn, gaat de grasgroei explosief.
Dat past precies in het plaatje van de weidevogels’, zet de veehouder het grote voordeel uiteen.

Postcodeloterij

Dat zien ook de subsidieverstrekkers, merkt hij op.’Als de provincie hier geld in weidevogelbeheer steekt, ziet ze meteen rendement. Meer dan op het vaste land waar jonge grutto’s al snel verkommeren in het lange gras’, zegt Egbert Zorgdrager met een ondertoon van lichte kritiek.
De polder, waarin zijn bedrijf ligt, krijgt nog een extra impuls. Met miljoenensteun van de Postcodeloterij wordt getracht om de situatie verder te optimaliseren. Vogelbescherming Nederland wil met dit geld 40 procent van het hele gebied een nog betere natuurbestemming geven. Dat houdt in een betere inrichting met kostbare waterschapswerken, herstel van oude slenken en educatie en voorlichting aan bezoekers van deze prachtpolder. De weidevogels varen er wel bij.

Tekst en foto’s: Marten van Kammen

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 1°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / -1°
    20 %
Meer weer