‘Het is het hele plaatje’

Vorig jaar oktober hebben zijn Jersey-vaarzen voor het eerst gekalfd. ‘We hebben ze nu een goed jaar kunnen volgen en we zijn erg tevreden.’ Momenteel bestaat de veestapel uit 30 F1-kruisingen Jersey-Holsteins en 50 Holstein-Frisians.
Ze doorlopen beide het Kempen-systeem. De Holsteins zitten op een rollend jaargemiddelde van 9.400 liter met 3,70 procent eiwit en een vetpercentage van onder de 4 procent. Zijn Jerseys daarentegen produceren jaarrond 7.000 liter met 4,15 procent eiwit en 6,14 procent vet. De Jerseys produceren met 40 procent minder voer in 305 dagen 8 kilo vet en eiwit meer.
Daarbij maakt De Vries wel een kanttekening: ‘Het Jersey-koppel bestaat uit vaarzen, maar bij de zwartbonten zitten ook tweede kalfskoeien.’
Toch zijn het niet alleen de kilo’s vet en eiwit die de Jerseys aantrekkelijk maken, meent De Vries. ‘Het is het hele plaatje. Ze hebben minder voer nodig, produceren daardoor minder mest. Ze zijn kleiner, dus je hebt meer ruimte in de stal. Klauwbekappen hoeft nauwelijks. Ze zijn resistent voor mortellaro en makkelijk te handelen.’
Dat gevoeligheid voor melkziekte een pijnpunt is bij Jerseys ziet hij niet zo. ‘Mijn ervaring is dat die gevoeligheid niet veel anders is dan bij de zwartbonten. Het is maar net hoe je als veehouder ermee omgaat.’
Ook vindt hij de kalveren prima te vermarkten. ‘We gebruiken gesekst sperma en insemineren met Belgisch Blauwe.’ De Vries is zelfs zo tevreden dat hij denkt zijn Holsteins volgend jaar eruit te doen.
In het westelijk veenweidengebied ziet Pieter de Vries zeker kansen voor het ras. ‘Het zijn fanatieke grazers en lichte koeien. Ik ben benieuwd naar de ervaringen op Zegveld. Al raad ik ze aan te gaan werken met één voersysteem, want anders wordt het appels met peren vergelijken.’