Berenmarkt noopt tot castreren

Pieter StokkermansVarkenshouder Willy Wolfkamp uit Haarle is ook gestart met castreren. ‘Dan duurt het zeker nog een half jaar voordat de laatste beer weg is’, vertelt hij. Hij hoort soortgelijke geluiden in zijn omgeving. Ook vleesveehouders dragen hun vermeerderaars op om het castreren op te pakken.
Varkenshandelaar Cees Oostrom, tevens voorzitter van de sectorcommissie Varkenshandel van Vee & Logistiek Nederland, ziet soortgelijke problemen. ’Een behoorlijk aantal vleesvarkenshouders wil geen beren meer. Ze hebben voor borgen meer geld over dan voor beren. Drie weken geleden, toen de crisis op een dieptepunt was, gaven slachterijen aan geen of minder beren te willen, terwijl er volop aanbod was.’

Maximaal 55 procent

Oostrom merkt deze crisis in de handel. ‘Duizend beren krijg ik morgen, 500 borgen zijn niet te vinden.’ Zelf neemt hij ook geen nieuwe klanten met beerbiggen meer aan, omdat de afzet niet geregeld kan worden.
Alle slachterijen hebben inmiddels de berenkorting verhoogd van 3 naar 4 euro. ‘Een slachterij als Van Rooij Meat wil maximaal 55 procent beren geleverd krijgen in drie maanden. Voor iedere beer daarboven geldt een korting van 12 euro per stuk. De grootste berenslachterij van Duitsland, Tönnies, is ook fors gaan korten bij levering van beren.’
Volgens Oostrom zijn de problemen ontstaan doordat vleesverwerkers het berenvlees herkennen en dit, vanwege de eigenschappen, niet waarderen. Hij gaat er zelfs van uit dat de dalende consumptie van varkensvlees mede door de beren wordt veroorzaakt. ‘Wie berenvlees op het bord heeft gehad, hoeft vervolgens vier weken geen varkensvlees meer’, schat hij in.
Oostrom vreest dat hiermee het castratieverbod, dat in 2015 wordt ingevoerd, niet haalbaar is. ‘We kunnen met zijn allen wel willen dat er met castreren wordt gestopt. Maar als het vlees niet is af te zetten, is het castratieverbod geen haalbare kaart.’