‘Met excursie verdienen we veel directer geld’

Sytze en Alma van der Goot van kijkboerderij ‘t Hoogeveld in het Drentse Eelde houden 150 biologische raszuivere Limousin-koeien op 300 hectare land van Natuurmonumenten. De eerste jaren van de vleesverkoop waren ‘overweldigend’, geeft Alma van der Goot aan. Dat ze juist begonnen in de tijd van de voedselschandalen was koren op hun molen.
‘Burgers waren angstig. Ze wilden vlees van koeien die traceerbaar en aaibaar waren. Mensen uit het dorp met een luxe portemonnee kwamen massaal naar onze boerderij en gingen met fietstassen vol weg.’
Eén keer in de vier tot zes weken slachtten ze een koe van 450 kilo. ‘Het dorp bepaalde zelf wat het wilde. De tienkilopakketten die we eerst hadden, waren te veel. 250 gram gehakt was het formaat. Daarop hebben we de prijzen aangepast. Gehakt was naar verhouding erg duur.’
Ook zochten ze naar een weg zodat de hele koe opging. De minder courante delen verwerkten ze in veredelde hamburgers, de Limousin-burgers.
Al snel merkte Van der Goot dat klanten de verkoop op een agrarisch bedrijf gingen idealiseren. ‘De charme van de boerderijwinkel is: op is op. Dat vond men prachtig, totdat men drie weken achter elkaar geen sukadelapjes kon krijgen. Men besefte dat we geen nieuwe koe lieten slachten voor alleen een haasbiefstuk’, vertelt de onderneemster.
Toen de andere tak, excursies en educatie met 3.000 bezoekers per jaar, steeds grotere vormen aannam, besloot het echtpaar met de verkoop van vlees op het bedrijf te stoppen. ‘Met excursies verdienen we veel directer geld. We hebben minder onkosten. Het is bovendien veel makkelijker te behappen, omdat we zelf de agenda kunnen bepalen.’