Voerprijzen dalen sterker dan productprijzen

ING noemt de ontwikkeling van de productprijzen voor varkens- en pluimveehouders tegenvallend. Dankzij de nog sneller gedaalde voerprijzen blijft de druk op de marges beperkt. De verschillen binnen de sector zijn van bedrijf tot bedrijf groot.

Zeugenhouders hebben baat bij de sterke daling van de voerprijzen en de hoge biggenprijzen in de eerste helft van 2014. Ze realiseren daardoor bovengemiddelde saldi.

Houders van vleespluimvee profiteren dit jaar van de gestegen vraag naar kip. In 2015 trekken de Europese consumptieve bestedingen verder aan.

Consumenten zullen volgens de bank daardoor eerder geneigd zijn andere vleesproducten te kopen in plaats van het goedkopere kippenvlees. Cruciaal voor vleespluimveehouders is dus diversificatie van exportmarkten. Kansen liggen er met de ontwikkeling van innovatieve concepten. Ook voor kalverhouders is ondanks goede rendementen groei van de vraag welkom.

Mager jaar

Legpluimveehouders kampen met Europese overproductie en een oneerlijke concurrentiepositie. Het gemiddelde maandsaldo was tot en met september dankzij gedaalde voerkosten positief (13.635 euro), terwijl het in deze periode in 2013 negatief was, maar is 21 procent lager dan het langjarig gemiddelde.

Varkensvlees is al sinds begin dit jaar onderhevig aan een Russische importstop. In combinatie met de afgenomen consumptie in zowel Nederland als de rest van de Europa heeft dit geleid tot een overaanbod op de Europese markt en lage afzetprijzen.