Goede toekomst na verplaatsen

Het bedrijf is in 2011 verhuisd van Holten naar Wierden. Daarmee veranderde het karakter van een gemengd melkvee- en varkensbedrijf naar een gespecialiseerd vleesvarkensbedrijf. De familie maakte gebruik van de Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij.
Mede omdat zoon Coen (21) met varkens verder wil, kozen de ondernemers voor specialisatie. In Wierden verrees een modern bedrijf met plek voor 5.100 vleesvarkens. De stal telt 24 afdelingen die ieder ruimte bieden aan 220 vleesvarkens. Ieder varken heeft een leefoppervlak van 1 vierkante meter. Dat is 0,2 vierkante meter meer dan gebruikelijk, omdat Bessembinder meedoet aan het sterrenconcept van Vion.
De dichte vloer in de hokken is voorzien van vloerverwarming. Bessembinder koos ervoor om daarbij verder te gaan dan de rondpompsystemen. ‘Met een rondpompsysteem kun je overtollige warmte van de zwaardere varkens naar afdelingen met biggen brengen. Daarmee lukt het je echter niet om een biggenafdeling werkelijk op te warmen, want het water in een rondpompsysteem is nooit warmer dan 20 graden.’

Warmtepomp

De varkenshouders investeerden daarom in een warmtepomp. ‘Daarmee verhogen we de watertemperatuur tot 34 à 35 graden. Zo zijn we in staat om biggen een aangenaam verblijf aan te bieden als ze van de vermeerderaar bij ons op het bedrijf arriveren.’
Bijkomend voordeel van de warmtepomp is dat het ook mogelijk is de afdelingen te koelen. ‘Vooral op hete zomerdagen is dat een groot pluspunt.’
De warmtepomp maakt gebruik van koude- en warmteopslag in de bodem. Dit gebeurt met hulp van twee waterbronnen. De pomp onttrekt water aan de ene bron en pompt het door een warmtewisselaar die warmte aan het water onttrekt. Het afgekoelde water komt vervolgens via de andere bron weer in de bodem.
Ook voor de verwarming van het woonhuis gebruikt Bessembinder de warmtepomp. Daardoor kon een gasaansluiting achterwege blijven. ‘De eerste winter was dat wel spannend. Inmiddels weten we dat we het in huis en in de stal lekker warm kunnen krijgen.’
Na drie jaar ervaring concluderen de Bessembinders dat ze dik tevreden zijn over hun nieuwe stal. ‘Eigenlijk is er niets dat we anders zouden doen als we weer zouden bouwen’, zegt Jos Bessembinder. Hij doet zelf het meeste werk. Zijn zoon Coen zit in het derde jaar van de agrarische hogeschool en springt regelmatig bij.
Over de bedrijfsresultaten zijn de ondernemers tevreden. Ze voelen er weinig voor om technische resultaten te noemen, behalve dat de vleesvarkens gemiddeld ruim 820 gram per dag groeien. Van een gebrek aan cijfers is geen sprake. Meten is weten. Via de computergestuurde droogvoerinstallatie (CDI) kennen de varkenshouders op hokniveau exact het voerverbruik. Het waterverbruik registreren ze per afdeling.
Enkele jaren geleden investeerde de familie in een weeginrichting in een aftakking van de centrale gang waarmee in één weging alle varkens uit een hok te wegen zijn. ‘We kunnen de groei per hok vleesvarkens nauwgezet volgen. Wegen doen we niet standaard. Soms doen we proeven met voercurves en voersamenstelling. Als je zinnige beslissingen wilt nemen, dan moet je beschikken over data’, licht Bessembinder toe.
Onze vleesvarkens uit een Piétrain eindbeer zijn relatief luxe voor de Nederlandse afzetmarkt. We hebben vorig jaar proefondervindelijk vastgesteld dat we met iets minder rijk voer toekunnen om de door onze afnemer gewenste spier- en spekdikte te bereiken. Dat pakt financieel goed uit.’
Voor Bessembinder staat als een paal boven water dat er voor vleesvarkensbedrijven in Nederland goede toekomstmogelijkheden zijn. ‘Dat er de afgelopen tientallen jaren meer vermeerderingsbedrijven zijn gekomen ten koste van vleesvarkensbedrijven, zegt niets over de toekomstmogelijkheden voor vleesvarkenshouders in Nederland. Veel varkenshouders kozen voor vermeerdering omdat ze in die tak toekunnen met een kleinere investering per arbeidskracht.’

Binnenlandse markt

Goede kansen voor vleesvarkenshouders zijn er als het gaat om productie voor de binnenlandse markt, stelt Bessembinder. ‘Afnemers van varkensvlees, bijvoorbeeld supermarkten, kiezen steeds vaker voor een marktconcept waarbinnen varkens volgens specifieke voorwaarden worden gehouden. Zelf doen we mee aan Good Farming Star van Vion waarbinnen er extra aandacht is voor dierenwelzijn. Door mee te doen aan onderscheidende marktconcepten ben je als vleesvarkenshouder niet snel uitwisselbaar voor buitenlandse concurrenten.’