‘Mooiste en grootste wat er is’

Die passie voor het boerenbedrijf zat er al vroeg in. Als ‘menneke’ hielp Van den Brand graag mee op het ouderlijk bedrijf in Riel en al snel ging hij bij andere bedrijven aan de slag als bedrijfshulp. ‘Ik heb al het werk in veehouderijen gedaan wat je maar kunt bedenken. Van nertsen slachten tot geiten melken en van varkens en kippen laden tot koeien bekappen. Dat heb ik bijna achttien jaar gedaan. Dus ook nog lang nadat ik hier was begonnen.’
Met ‘hier’ doelt Van den Brand op het vroegere bedrijf van zijn schoonouders. In het overnemen van het bedrijf van zijn ouders zag hij geen perspectief. ‘Door de kleine locatie en het feit dat mijn broer ook al boerde, zag ik daar niet zo veel potentie in. Wel lagen er kansen op het bedrijf van mijn schoonouders. Een mooie locatie met uitbreidingsmogelijkheden.’
Die kans pakten Van den Brand en zijn vrouw Mieke met beide handen aan. Het eerste wat ze deden was de stal leegmaken om plaats te maken voor fokzeugen. Ze hadden een voortvarende start, maar nog geen twee jaar later trok de varkenspest aan de noodrem.
‘Ik hoef niemand uit te leggen wat dat betekent voor een varkenshouder. Gelukkig hadden we toen nog niet zo veel dieren. De speenbiggen waren ook nog klein. Daarnaast hielp het financieel dat ik er altijd nog bij had gewerkt bij AB Brabant. We hebben het dus overleefd, al was het natuurlijk een slechte tijd. In 1998 kreeg ik nog maar 5 gulden voor een big van 8 kilo. Veruit het minste wat ik ooit heb gebeurd. Dat vergeet ik nooit meer’, vertelt de varkenshouder.
Langzaam maar zeker groeide de zeugenhouderij. Tot 2007 huurde Van den Brand er ook nog een stal bij met 600 varkens en 600 biggen in Poppel. In dat jaar schaalde de ondernemer in Gilze op naar 1.700 biggenplaatsen en 400 zeugen. Dat is voorlopig voldoende voor hem. ‘Ik ben niet de persoon voor een bedrijf met duizend zeugen. Dan ben je alleen maar met biggen, biggen en nog eens biggen bezig. Je moet dan ook opschalen met personeel en dat wil ik absoluut niet. Via AB Brabant werkt er hier nu iemand die vroeger ook een varkensbedrijf had, dus die hoef ik niets meer uit te leggen. Ik kan met hem lezen en schrijven. Het is uurtje-factuurtje en dat werkt perfect voor mij.’

Nieuwe stal

De plannen voor een grote nieuwe stal met plek voor vierduizend vleesvarkens dateren al van jaren geleden. Toch viel de benodigde vergunning pas in september 2013 op de deurmat. ‘In februari van dit jaar ging de eerste schop de grond in en op 17 oktober was het open dag. Dat was echt een hele beleving met bijna 1.400 bezoekers, geweldig’, vertelt Van den Brand.
‘We kregen veel leuke reacties en Boerenbond Deurne had het echt perfect geregeld. Ik hoefde er in de voorbereiding niets aan te doen. Dat mag ook best worden vermeld.’
Met het ontwerp van de nieuwe stal is rekening gehouden met landschappelijke inpassing. Zo is de bovenkant van de voorzijde van ‘de tweekapper’, zoals Van den Brand de nieuwe stal noemt, gepotdekseld. Ook wordt er nog een grote poel voor de stallen aangelegd en vormen robuuste houten poorten de toegang tot het erf. ‘Dat hoort ook bij het maatschappelijk verantwoord ondernemen’, stelt de ondernemer.
Drie dagen na de open dag in oktober gingen de eerste biggen de stal in. ‘Er zitten er nu ongeveer duizend in. We leggen er elke twee weken vijfhonderd op. In januari zit de stal helemaal vol en komen ze voor de eerste keer laden.’

Familieman

Van den Brand is dankbaar voor de kansen die hij kreeg om het bedrijf te ontwikkelen. ‘Ik ben boer geworden dankzij mijn eigen familie en de familie van Mieke. Ik heb onze ouders zien ploeteren en onze beide vaders zijn al overleden. Dat brengt veel emotie en ook binding met het boer-zijn met zich mee. Ik ben echt een familieman. Dat wij deze kans hebben gekregen is het mooiste en grootste wat er is. Het is daarmee ook de grootste drive om er alles uit te halen wat erin zit.’