Goeree-Overflakkee Buutegeweun trots

Nog maar een half jaar geleden opperde Soetman samen met gemeente Goeree-Overflakkee het idee om een boerencoöperatie op te richten. Het werd tijd dat de rest van Nederland ook bekend raakte met de streekproducten van het Zuid-Hollandse eiland. ‘We hebben hier zulke bijzondere producten met zulke mooie verhalen, dat moeten we laten zien. Wist je dat ons eiland de enige plek in Nederland is waar Japanse nashiperen worden geteeld?’
Het zit ‘m vooral in de volksaard dat die bijzonderheid tot nu toe onder het wateroppervlak is gebleven, meent Soetman. ‘We lopen niet te koop met onze bijzonderheden, maar zijn uiteindelijk wel trots op ons eiland.’
De gemeente, die in 2013 besloot meer te investeren in eilandmarketing, omarmde het plan. Ook de producenten zelf waren enthousiast. ‘Het is onze herkomst die ons die band geeft. Daarnaast hebben ook onze boeren behoefte aan autonomie. Ze willen de afzet zo veel mogelijk in eigen hand houden. Dat kan met deze constructie.’
Die constructie uit zich in een coöperatie met daarnaast een bv. Eind augustus waren beide een feit. Coöperatie Buutegeweun telt momenteel 49 leden. Behalve producenten kunnen andere partijen lid worden door een eenmalig bedrag in te leggen, dat te allen tijde van hen blijft. Stemrecht is alleen behouden aan hen die leveren. De bv verzorgt de in- en verkoop en betaalt kosten zoals personeel, marketing en logistiek.
De winst wordt uiteindelijk verdeeld over alle leden. ‘Het is een tweeledig verdienmodel’, legt Soetman uit. ‘De leden ontvangen jaarlijks een deel van de winst en de producenten verdienen daarnaast aan de in- en verkoop van geleverde producten. We hebben gewoon een commercieel doel. De bv moet renderen.’
In die coöperatie bepalen de producenten de prijs. ‘Zij leggen een bepaalde verkoopprijs aan mij voor en ik bekijk of dat haalbaar is. Ik bedoel: producenten kunnen wel een hoge prijs voor een product willen, maar als dat niet verkoopt in de stand, dan zal die prijs naar beneden moeten.’
Veel initiatieven op het gebied van streekproducten en coöperaties struikelen over de logistiek. Soetman heeft er daarom specifiek voor gekozen een bestaande distributeur in te schakelen. ‘Zelf een logistiek netwerk opzetten zou te veel geld kosten. We werken nu samen met CoCuisine. Zij hebben alle kennis in huis, hebben het netwerk, kennen de bestelsystemen et cetera.’
Vier keer per week worden de streekproducten bij de Rotterdamse Markthal geleverd en verkocht onder de merknaam Geweun Goed. Met een afstand van 30 kilometer garandeert Buutegeweun de versheid van haar producten. ‘Hier liggen eieren niet ouder dan twee dagen. De garnalen zijn gisteravond gevangen en de bolussen vanochtend gebakken’, zegt Soetman. ‘Het is de trots van ons eiland.’

Toenemende vraag

Niet alleen consumenten komen nu in aanraking met de specialiteiten van Goeree-Overflakkee, ook de horeca toont interesse. Soetman ziet kansen. ‘Zowel Rotterdamse horeca als horeca op het eiland willen onze producten graag. Doordat we nu een logistiek netwerk hebben, hoeven ze niet meer zelf langs de boeren, maar kunnen wij aan hen leveren. Daardoor neemt de vraag toe.’
De trein rijdt nu, maar Soetman is nog niet klaar. ‘De producentenkant hebben we opgezet, maar het is nu tijd om te focussen op de verkoopkant’, stelt hij. Dat betekent behalve een bruisendere inrichting van de stand, ook het personeel beter onderrichten. ‘Onze streekproducten hebben allemaal een bijzonder verhaal. Dat moet het personeel kunnen overbrengen op de klanten. Zonder verhaal verkopen de producten zich niet.’
De coöperatie is nu vier weken actief. De kans van slagen acht Soetman op 95 procent. ‘Het rekensommetje klopt, maar je bent afhankelijk van wat de markt gaat doen. Dat is een gok. Als ik nu kijk, loopt iedereen in de Markthal flanerend langs. Die mensen moeten nu ook hun boodschappen gaan doen. We verkopen veel broodjes vis en nog te weinig bloemkool.’
Daarnaast wil Buutegeweun meer afzetkanalen realiseren. ‘Om het risico te spreiden’, stelt Soetman. ‘Alles wat we verkopen aan de horeca is een surplus en daar zitten geen risico’s aan vast. De verwachting is dat we daar meer omzet uithalen dan de Markthal. Hoewel we bij de horeca niet alle producten kwijt kunnen. Sterk voordeel van de Markthal is dat dat daar wel kan. Je legt het neer en je verkoopt het.’