Pootgoedsector buigt zich over nieuwe regels

De Europese Commissie (EC) presenteerde onlangs het voorstel voor de indeling van pootgoed in EU-klassen met maximaal negen veldgeneraties en bijbehorende kwaliteitsnormen. De nieuwe regels komen vanaf 2016 in de plaats van de nationale keuringseisen.

Daaraan voorafgaand kunnen lidstaten aangeven of ze aanpassingen wensen. In Nederland zullen met name Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO), keuringsdienst NAK, Plantum en LTO hun standpunt bepalen en op basis daarvan advies geven aan het ministerie van Economische Zaken.

Eén krachtige stem

‘Als sector moeten we één lijn trekken en de staatssecretaris overtuigen’, zegt voorzitter Upt Hiddema van LTO-werkgroep Pootaardappelen. ‘Deze regels zijn van groot belang en daarom moeten we in Brussel één krachtige stem laten horen.’

Grote zorg bij de nieuwe indeling in EU-klassen is volgens Hiddema de soepele normering voor bacterie- en virusaantastingen. ‘Hieruit blijkt dat de EC wil dat overal pootgoed kan worden geteeld. Voor Nederland betekent het een behoorlijk risico omdat wij ons moeten onderscheiden door een goede kwaliteit.’

NL-plus

Hiddema pleit voor de mogelijkheid tot aanvullende kwaliteitseisen per lidstaat. ‘Wij kunnen dan zelf een NL-plussysteem instellen. Daarvoor is het noodzaak dat de NAK een private instelling blijft om als sector zelf controle te houden over ons keuringssysteem.’

Om de mening van de achterban te peilen, behandelt LTO dit onderwerp op de komende pootgoedavonden. ‘Bij het bepalen van ons standpunt moet elke pootgoedteler zijn zegje kunnen doen’, vind Hiddema.