Groeiperspectief ontbreekt in biobrandstofsector

Jan van LiereBij duurzame energie gaan de gedachten eerst uit naar windmolens, zonnepanelen en wellicht ook geothermie. Biobrandstoffen spelen in de actuele verduurzamingsdiscussie slechts een bijrol. Het enthousiasme van het eerste uur is voorbij, zorgen over het netto milieueffect en over de invloed op de voedselvoorziening voeren de boventoon.
Dat betekent niet dat biobrandstof passé is. Neem het wegverkeer, een enorme bron van CO2-uitstoot. Dat moet verder verduurzaamd worden en biobrandstof is daarbij onmisbaar. Want niet alle auto’s, en zeker niet alle vrachtauto’s, rijden in de toekomst op elektriciteit. De tankstations zullen klandizie houden.
In de EU is lang geleden afgesproken dat in 2020 tenminste 10 procent biobrandstof moet worden bijgemengd in diesel en benzine. De overheid in Nederland heeft daarop ingespeeld. De afgelopen jaren was voor elk jaar een tussendoel vastgesteld.
Maar nu is de spirit eruit. Politici en beleidsmakers in de EU ruziën over zaken als de Fuel Quality Directive, de Renewable Energy Directive en de ILUC-eisen. Aan welke voorwaarden moet de productie van biobrandstof voldoen? Wat is in de toekomst nog verantwoord? En van welke productiewijze moeten we afstappen?
Het effect is dat het bedrijfsleven geen idee heeft welke randvoorwaarden de politiek voor hen in petto heeft. Voor de komende jaren zijn ook geen tussendoelen voor bijmenging bekend. Die onzekerheid is funest voor nieuwe investeringen in biobrandstof.
De roep om knopen door te hakken over het ‘groeipad’ wordt luider. Door hoeveelheden vast te stellen voor de verplichte bijmenging in de jaren na 2015 krijgt de biobrandstofsector duidelijkheid over de te verwachten afzet in de komende jaren. Dan kunnen investeringen weer op gang komen.
De Tweede Kamer vindt dat de tijd van wachten voorbij is. In een motie stelden VVD en PvdA onlangs vast dat de Nederlandse biobrandstoffensector de kennis, kunde en infrastructuur in huis heeft om aan de toekomstige bijmeng-verplichtingen te voldoen. Maar ook dat een helder groeipad nodig is. Daarom zou de regering zo snel mogelijk de bijmengverplichting voor Nederland moeten vaststellen van jaar tot jaar, tot en met 2020.
‘Anders laten we kansen voor groene groei en voor duurzaamheid liggen’, zei Remco Dijkstra (VVD) in de Kamer. De boodschap kwam aan, want de motie is inmiddels met ruime meerderheid aangenomen. Staatssecretaris Wilma Mansveld (Milieu) heeft al aangegeven dat ze ermee aan het werk wil.
Daarmee is de besluiteloosheid in Brussel nog niet opgelost. Maar voor de verdere perspectieven van biobrandstof komt er meer duidelijkheid.