Verlies gewas stoppen door genenbank

Dat heeft tot gevolg dat de grote genetische diversiteit van landbouwgewassen en landbouwhuisdieren afneemt. Ook het verdwijnen van wilde soorten doordat natuurgebieden inkrimpen zorgt ervoor dat er steeds minder diversiteit beschikbaar is voor veredeling. Door deze genetische erosie verdwijnen bronnen, waardoor er minder mogelijkheden zijn te reageren op nieuwe ziekten of het aanpassen van gewassen aan klimaatveranderingen.
Het bewaken van gewasdiversiteit was lange tijd onderbelicht. Maar door de toenemende globalisering en het belang van voedselzekerheid is dat veranderd. In 1994 ondertekenden 134 landen een verdrag dat een juridische basis vormde voor het verzamelen, opslaan en uitlenen van gewassen.
Belangrijk onderdeel daarvan is het oprichten en ondersteunen van genenbanken (zie kader). ‘Over de hele wereld zijn zo’n 1.700 genenbanken’, zegt Hannes Dempewolf van de organisatie Global Crop Diversity Trust, die financiële steun verleent aan het verzamelen, opslaan en uitgeven van gewassen door genenbanken.
Naar schatting liggen zo’n 7,4 miljoen gewassen, variërend van bloemkool tot rijst, opgeslagen in de genenbanken. ‘We verwachten dat daar ongeveer 2 miljoen verschillende variëteiten tussen zitten’, zegt Dempewolf. ‘Verschillende landen gebruiken een andere naam voor hetzelfde ras. Zo krijg je duplicatie.’
Maar vaststaat dat het aantal verschillende variëteiten enorm is. In de zaadbanken liggen zo’n 850.000 verschillende soorten graan opgeslagen. ‘Ook al is daarvan de helft uniek, dan is dat nog een enorm aantal’, zegt Dempewolf.
Sinds 1995 zijn er zo’n 1 miljoen gewassen toegevoegd aan de genenbanken. Daarvan zijn 250.000 soorten gevonden in het veld, op markten of in het wild. Crop Trust onderhandelt met zo’n twintig landen om zaden in het wild te oogsten om de genenbanken aan te kunnen vullen.
‘Het belang van diversiteit van gewassen wordt te weinig erkend’, zegt Dempewolf. ‘In al die soorten zitten belangrijke eigenschappen, zoals bestendigheid tegen droogte of hitte, voedingskwaliteit of resistentie.’

Slechte staat

Veel genenbanken zijn in zeer slechte staat, realiseert Dempewolf zich. ‘Zeker in ontwikkelingslanden is dat het geval. Jaren geleden zijn daar zaden ingevroren. Vervolgens is daar niets meer mee gedaan.’
Het behoud van gewassen is van grote betekenis voor de toenemende vraag naar voedsel en het verduurzamen van productie. Ook zal klimaatwijziging boeren dwingen om hun keuze van gewassen en landbouwhuisdieren aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Hierdoor gaan ook weer oude rassen verloren.
‘Alle veredeling is afhankelijk van diversiteit’, zegt Dempewolf. ‘Om bestaande gewassen te verbeteren is het inkruisen met andere variëteiten of hun wilde verwanten noodzakelijk. De genenbanken hebben deze uitgangsmaterialen onder hun dak. Veredelaars kunnen gebruikmaken van rassen die bijvoorbeeld aan de andere kant van de wereld worden gebruikt.’
Onderzoekers of veredelaars die gewassen uit de gewasgenenbank willen gebruiken moeten via een contract verklaren dat zij het materiaal alleen voor dat doel willen gebruiken. ‘Het mag alleen gebruikt worden voor landbouw en voedsel’, zegt Dempewolf. ‘Farmaceutische toepassingen horen daar niet bij.’
De variëteiten die uit de zaadbank worden verkregen mogen niet rechtstreeks voor commerciële doeleinden met eigendomsrechten worden beschermd. Voor nieuwe variëteiten die tot stand zijn gekomen door kruising mag dat wel. Een klein deel van de opbrengsten van zo’n nieuwe ras, minder dan 0,1 procent, vloeit terug naar een fonds van de Voedsel- en Landbouworgansiatie van de Verenigde Naties, als die rassen met een patent zijn beschermd.
De Nederlandse genenbank is gevestigd in Wageningen. ‘De meeste gewassen die hier liggen opgeslagen zijn groentegewassen, maar we hebben ook genetisch materiaal van veerassen opgeslagen’, zegt Bert Visser, directeur van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland.

Reëel gevaar

Visser ziet temperatuurstijging als gevolg van klimaatverandering als een reëel gevaar voor de voedselproductie in de wereld. ‘We zien dat in bepaalde gebieden in Azië en Afrika landbouwgewassen als rijst en maïs niet langer geteeld kunnen worden. Het is er te warm of te droog. Op langere termijn kan dit ook gebeuren in andere delen van de wereld.’
Veredelaars zijn druk bezig om de uitdaging voor gewassen met een grotere natuurlijke weerstand op te pakken. Ondertussen blijft het voor de genenbanken de taak om de bestaande rassen zo goed mogelijk te bewaken.
‘We hebben contact met veredelaars, maar ook met hobbyboeren en volkstuinhouders die oudere soorten in stand houden’, zegt Visser. ‘We ondersteunen met technische informatie stamboekverenigingen, bijvoorbeeld in het voorkomen van inteelt. Uiteindelijk gaat het de genenbank niet om behoud, maar om gebruik.’
Monoculturen maken de landbouw en voedselvoorziening kwetsbaar. De gevolgen van productie-verlies kunnen ook de leefbaarheid van het platteland aantasten. De komende jaren zal de Crop Trust expedities uitzenden om wilde verwanten te oogsten en in genenbanken op te slaan.
‘Wilde soorten hebben vaak eigenschappen waardoor ze beter bestand zijn tegen bepaalde klimaatomstandigheden’, zegt Dempewolf. ‘De genen van wilde soorten kunnen een enorme bijdrage leveren om bestaande soorten aan te passen aan veranderende klimaatomstandigheden. Het is dus van groot belang dat we die behouden.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer