‘Water in veengrond stroomt langzaam’

Bij veengrond is de grondwaterstand maar beperkt te beïnvloeden met regelbare drainage. Henk van Norel van waterschap Hunze en Aa’s schrijft dat toe aan de grote weerstand in de grond, waardoor het water langzaam stroomt.

Han ReindsenDat blijkt uit de eerste meetresultaten in het kader van het praktijknetwerk Regelbare drainage Veenkoloniën. Deze zijn dinsdag gepresenteerd bij Combi Drain in Assen.
Het onderzoek vindt plaats op een laag perceel veengrond met veel kwel van akkerbouwer Erik-Jan Zikken in Exloo.
In het veengebied treedt jaarlijks een bodemdaling op van 1 à 2 centimeter. Met regelbare drainage op een diepte van circa 90 centimeter en een onderlinge afstand van 7 à 8 meter wil het waterschap voorkomen dat de bodem door veenoxidatie daalt. Tegelijk moet het zorgen voor goed gedraineerde grond.
Met drie stuwen in een sloot is de werking van de drainage te sturen. De stuwen zijn nodig om het kwelwater vanuit de Hondsrug vast te houden en het hoogteverschil van ongeveer 1 meter in het perceel op te vangen.

Peilbuizen

In natte perioden voeren de drains water af. In droge perioden wordt de waterstand opgezet en voeren de drains geen water meer af. Met peilbuizen kijkt het waterschap naar de effecten.
Van Norel: ‘Op de lagere perceelgedeelten heeft het opzetten van het peil in de sloot maar een beperkt effect. De reactietijd van de grond is vrij lang. Op het hogere perceelgedeelte zakt het water soms te ver weg. Ik had gehoopt op een betere beïnvloeding van de grondwaterstand.’ Overigens is wel duidelijk aangetoond dat de drainage de hoogste grondwaterstandpieken verlaagt.
Tijdens de hevige buien in mei van dit jaar steeg de grondwaterstand naar 30 à 35 centimeter beneden het maaiveld, ondanks de vrij intensieve drainage. ‘Je moet voorzichtig zijn met het opzetten van de stuwen, want je hebt buffer nodig om een flinke bui op te kunnen vangen.’
Wat Van Norel ook opvalt, is dat het zeker een week duurt voor de hoge grondwaterstand weer op een normaal niveau is. Nauwer en/of nog ondieper draineren zou een oplossing kunnen zijn. Ondieper ziet Zikken niet zitten. Dat is nadelig voor de draagkracht van de grond.

Waterhuishouding

Met steeds hogere gewasopbrengsten is een goede waterhuishouding van steeds groter belang. Een stijging van de opbrengst van suikerbieten van 55 naar 86 ton per hectare vraagt om 156 millimeter meer water, zo rekent hydroloog en bodemkundige Everhard van Essen voor.
Bij zetmeelaardappelen van 45 naar 75 ton gaat het om 130 millimeter en bij wintergerst van 5,5 ton naar 7,5 ton om 100 millimeter.
Van Essen: ‘Bij de meeste zand- en dalgronden is de ideale grondwaterstand in de winter circa 50 centimeter en in de zomer 100 centimeter. Als het gewas 40 centimeter diep wortelt, is de afstand tot het grondwater minder dan 70 centimeter en kan het gewas profiteren van capillaire opstijging. Bij een afstand van 90 centimeter of meer tussen de onderkant van de wortelzone en het grondwater blijft daar weinig van over.’
Volgens de hydroloog kan in de Veenkoloniën maar 30 tot 40 procent van de grond profiteren van capillaire opstijging. Voor de overige 60 à 70 procent zou water vasthouden, verdiepen van de wortelzone, opheffen van bodemverdichting, beregening en/of regelbare drainage een oplossing kunnen zijn. De mogelijkheden zijn afhankelijk van de aard van het perceel.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 5°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
Meer weer