CBS: minder schapen op landbouwbedrijven

Begin deze eeuw waren er 1,3 miljoen schapen op landbouwbedrijven. Na de uitbraak van mond-en-klauwzeer in maart 2001 en de daaropvolgende ruimingen daalde dit aantal met 110.000 tot ongeveer 1,2 miljoen in 2003.

Tussen 2003 en 2006 herstelde de schapenstapel zich en steeg het aantal schapen tot bijna 1,4 miljoen, weet het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Ooipremie

Sinds de afschaffing van de ooipremie in 2006 daalde het aantal schapen gestaag. Dit jaar liepen er al minder dan 1 miljoen schapen op landbouwbedrijven. Dat is een daling van 30 procent ten opzichte van 2006.

Het aantal schapenhouderijen neemt al sinds 2000 af. Toen waren er nog ruim 17.500 bedrijven. Dat aantal is in 2014 met bijna een derde gedaald tot zo'n 12.000.

Gemiddeld aantal dieren

Het gemiddeld aantal schapen op deze bedrijven steeg tussen 2000 en 2006 van 75 naar bijna honderd dieren. Sindsdien daalde het aantal schapen per bedrijf weer tot tachtig dieren, iets boven het niveau van 2000.

De meeste schapen (2014) lopen in Friesland: 167.000 stuks. Het grootste aantal schapen per bedrijf heeft Groningen (106), op de voet gevolgd door Flevoland (104). Het kleinste aantal noteert Utrecht (50), stelt het CBS.

Uitvoer levende schapen

De uitvoer van levende schapen is vrij stabiel. Het aantal levende schapen dat jaarlijks wordt geëxporteerd, ligt sinds 2008 rond 350.000 stuks. De belangrijkste exportlanden zijn België en Frankrijk, samen goed voor ongeveer 90 procent.

De helft van de schapen die naar België gaan, zijn lammeren, voor Frankrijk is dat ruim driekwart.

Import

De import is beperkt, maar neemt wel toe, meldt het CBS in een overzicht. De invoer bedroeg vorig jaar ongeveer 85.000 dieren. Dat waren er in 2008 zestigduizend. Het belangrijkste importland is Duitsland, gevolgd door Polen en Roemenië.

Uit beide laatste landen komen vrijwel uitsluitend lammeren.