Koninklijk bezoek

Donderdag 20 november was voor mij een bijzondere dag. Op die dag vond het door het NAJK georganiseerde symposium Van Traditie naar Ambitie plaats. Een dag waar we lang naartoe hebben gewerkt en waar de verwachtingen hooggespannen van waren. Een maand eerder was namelijk bekend geworden dat koningin Máxima officieel bevestigd had op ons verzoek om naar het symposium te komen, in te gaan. Een bijzondere eer en vooral omdat het Koninklijk Huis hiermee het belang van de agrarische sector onderstreept.
Na een groots onthaal in de zaal had ik als een van de leden van de organiserende werkgroep de eer om in klein comité met de koningin te spreken. Aangezien je van tevoren niet weet waar ze het over wil hebben of wat ze wil vragen, is het lastig concreet iets voor te bereiden. Maar uiteindelijk ging het gesprek vrij natuurlijk.
Aan de onderwerpen die ze aansneed, was te merken dat ze erg goed geïnformeerd is. Zo stelde ze de vraag waarom juist boeren in Nederland zich agrarisch ondernemer noemen. Ook vroeg ze zich af of de agrarische sector wel genoeg oog heeft voor de vraagkant van de markt. Oftewel heeft de sector de wensen van de consument in beeld? Ze vertelde in dit kader over haar ervaringen met boerensupermarkten in New York. Waar de oorsprong van producten heel duidelijk naar voren komt.
Ook greep ze de gelegenheid aan om te vragen naar de ervaringen die jonge boeren ondervinden van de regeldruk opgelegd door Europa en Nederland. Kortom, aan de ene kant was de koningin informerend, maar ze hield ons ook duidelijk een spiegel voor.
Voorafgaand aan de gesprekjes luisterde de koningin naar de onderzoeksresultaten van Ilse Matser over de rol van de partner en de bedrijfsopvolger. Waar liggen de belangrijkste knelpunten volgens de bedrijfsopvolgers, was een van de onderzoeksvragen. Mogelijkheden tot schaalvergroting, behalen van goed rendement en voldoen aan wettelijke regelingen springen er hierbij bovenuit.
Dit zijn uitdagingen waar agrariërs en vooral ook bedrijfsopvolgers mee te maken hebben of krijgen. Daarnaast wordt er steeds meer druk vanuit de maatschappij op de sector gelegd. Hier zul je iets mee moeten doen.
Het is in ieder geval goed dat het Koninklijk Huis hier haar oor te luister legt en zich op andere gelegenheden, zoals in het buitenland, positief uitspreekt over de Nederlandse landbouw. Namelijk een Nederlandse landbouw die er ondanks strenge randvoorwaarden in slaagt hoogproductief en op diverse vlakken toonaangevend te blijven. Want uiteindelijk kan de hele sector daar van profiteren.

Doeko van ‘t Westeinde