Countus: ‘2015 wordt een hard leerjaar’

Naast het wegvallen van het melkquotum staan er meer veranderingen op stapel (zie kader Gielen). De meest zichtbare is niet structureel, maar voor de melkveehouders direct voelbaar: de lagere melkprijs dan die van 2014.
‘Gelukkig zijn er ook een paar positieve zaken te benoemen’, stelt Gielen. ‘De meeste bedrijven hebben veel ruwvoer kunnen winnen van een goede kwaliteit. En de rente is laag. Alhoewel dat een betrekkelijk voordeel is, want alleen bij een vrijkomende lening kun je hiervan profiteren als ondernemer.’
Samenvattend concludeert Gielen samen met zijn collega Johnny Lankheet dat er veel verandert in korte tijd en dat de markt onder druk staat. Daarom is het zaak voor melkveehouders om te overzien wat er op hen afkomt in plaats van zich te laten overrompelen door financiële problemen komend jaar.
Lankheet vindt deze waarschuwing nodig omdat melkveehouders volgens hem vaak niet zo ver vooruit kijken ‘Toen wij vorig jaar bij de hoge melkprijs hamerden op bufferen en liquiditeitsmanagement, ging die boodschap bij velen het ene oor in en het andere oor uit. Dat moet een les zijn voor wanneer de melkprijs weer eens langere tijd goed is. Maar voor bufferen is het nu eventjes te laat.’

Geldstromen

Het is volgens de Countus-mannen nu tijd voor het inzichtelijk krijgen waar de financiële schoen gaat wringen in het komende jaar. ‘Wij kunnen de geschatte geldstromen voor de komende twaalf maanden doortrekken. Dat doen we op basis van de geldstroom van het afgelopen jaar. Als je de melkprijs daarbij op bijvoorbeeld 32 cent zet, kun je goed zien of en wanneer je in de problemen komt qua betalingen. Wie daar nu al op anticipeert, is de eventuele problemen voor’, schetst Lankheet.
Gielen stelt dat je met zo’n plaatje heel goed bij de bank aan kunt kloppen voor overleg. ‘Het maakt een 100 procent andere indruk bij de bank wanneer jij met je liquiditeitsbegroting met hen in gesprek gaat in plaats van dat zij jou als ondernemer op moeten bellen met de boodschap dat ingrijpen noodzakelijk is.’
Countus sloeg voor 276 melkveeklanten al aan het rekenen wat de marktontwikkelingen voor invloed hebben (zie kader melkgeld). Uitkomst is dat de helft van de bedrijven minimaal een melkprijs van 32 cent nodig hebben bij halvering van de aflossing en minimalisering van de vervangingsinvesteringen.
‘Alles wijst erop dat we gemiddeld over 2015 zeker niet hoger uitkomen dan 32 cent’, stelt Lankheet. ‘Dat betekent dat veel bedrijven echt snel moeten gaan rekenen en bedenken hoe ze hiermee omgaan. Daarbij is het duidelijk dat meer bedrijven de komende twee jaar echt meer nodig hebben dan ze gaan ontvangen. Voor een aantal houdt het dan gewoonweg op. De laatste jaren vielen er weinig boeren uit het peloton. Dat zal nu veranderen. Zo eerlijk moet je zijn.’

32 cent genoeg

Hoewel de adviseurs duidelijk waarschuwen voor de korte termijn, zijn ze over de kansen van de meeste bedrijven voor de langere termijn positief gestemd. ‘Er is geen reden om daaraan te twijfelen. De Europese Commissie schatte onlangs nog dat 35 cent gemiddeld de prijs wordt over de komende jaren heen. Daarvoor moeten wij hier kunnen melken’, stelt Gielen.
‘De variatie rond die 35 cent ligt meestal rond de 7 cent. Soms erboven en soms eronder. Die schommelingen moet je managen’, vult Lankheet aan. ‘Als de melkprijs na dit dal weer opklautert, is het zaak om een buffer op te bouwen. Prijsschommelingen kun je managen. Akkerbouwers moeten dat als jaren.’
Het grootste verschil tussen akkerbouwers en melkveehouders zit in de acceptatie van het belasting betalen. ‘Melkveehouders hebben de laatste jaren maximaal gebruikgemaakt van fiscale regelingen. Maar belasting betalen wordt een vast onderdeel van de kostprijs. Daar moeten melkveehouders aan wennen.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    11° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 4°
    30 %
Meer weer