‘Het bedrijf is in evenwicht’

‘De nieuwe stallen zijn heel praktisch ingericht’, vertelt Klaas Wiersma. ‘De grootste winst is dat de oude stal door de aanbouw van de twee stallen ook echt opgeknapt is.’ Daarmee doelt de melkveehouder onder meer op de vergrote luchtdoorlatende vakken in het oude deel.
Dat was eerst een kleine ventilerende ruimte onderin de oude stal. ‘Nu is het doorluchten ideaal. Het grote voordeel van de luchtdoorlatende ruimte in de nok is dat ik de vakken beneden afzonderlijk kan afdekken met windbreekgaas. Daardoor is het voor het jongvee nooit te koud en staan ze niet in de tocht. Het afdekken gebeurt met een druk op de knop.’

Koecomfort

De ligboxenstal van 20 bij 40 meter werd in 2013 al gekoppeld aan de bestaande ligboxenstal met een doorbraak van de zijkant van de oude stal. Daarbij stond koecomfort hoog in het vaandel, vertelt Wiersma. ‘Die extra ruimte was meteen een enorme stap voorwaarts. De breedtes van de boxen werd met 10 centimeter vergroot van 1,10 naar 1,20 meter. De looppaden tussen het voerstek en de boxen zijn ook verbreed tot 3,5 meter.’
De positieve uitwerking van de veranderingen was meteen merkbaar. ‘Al vanaf de bouw was de veestapel alert. Na de bouw kreeg ik ook echt het gevoel dat we de koeien hiermee hebben vertroeteld. Een koe liegt niet, je zag meteen de melkgift ook stijgen. Daarnaast merkte ik na ruim een jaar ook dat er amper gevallen meer van uitval door ziekte of ongemak zijn. Dat geeft je als melkveehouder een heel goed gevoel.’
Harmina beaamt dat. Zij werkt hard mee op het bedrijf, al heeft ze daarnaast nog een baan in de verpleging.
Klaas Wiersma vindt dat na de bouw van de jongveestal het evenwicht in het melkveebedrijf nog groter is. ‘En nu de jongveestal klaar is, kunnen we daar de groeifases van de kalveren beter begeleiden.’
Harmina vertelt dat het bouwplan daarvoor werd bedacht door Klaas en overgenomen door Bouwbedrijf Lont uit Sint Annaparochie. ‘Ik heb er een doorgroeistal naar eigen idee van gemaakt, met vanaf het begin plek voor negen kalveren’, vertelt Klaas. ‘Om de ruimte zo goed mogelijk te benutten zijn de ligplekken in de diverse vakken over de breedte van de stal verdeeld. In fases schuiven de kalveren door, totdat ze op de leeftijd zijn van insemineren. In de oude stal komen ze dan in de ruimte waar ook de droge koeien staan.’
Vlak voor de jongveestal, in een deel van de oude negentiende-eeuwse boerderij, is er ruimte voor de kalvende koeien. Voor het melkvee liggen overal Meadow-matrassen in de boxen. ‘Het geeft iets minder arbeid.’
In de oude ligboxenstal werden de breedtes daarvoor aangepast. In totaal zijn er 276 boxen, voor het jongvee meegeteld. ‘Maar het is niet het streven om naar 200 melkkoeien door te groeien. We hebben nu 125 en richten het bedrijf misschien op 150. De ruimte maakt ook dat de koeien het er zichtbaar goed naar de zin hebben, wat goed is voor de duurzaamheid van de koe.’
In totaal melken de Wiersma’s bijna een miljoen liter melk vol, inclusief leasemelk. Die melk wordt verwerkt in Bolsward in een dependance van de Duitse melkfabriek Hochwald. ‘Dat is een fabriek op kleine schaal, maar met een goede prijs. We produceren een eerlijk product. Mijns inziens hoort daar ook een eerlijke prijs bij die dichter bij de 45 dan bij de 25 cent ligt.’

Gezinsleden

Klaas en Harmina zijn er trots op een gezinsbedrijf te zijn. Waar mogelijk springen de vier gezinsleden bij. ‘Wij doen het samen en hebben plezier in het werk. We willen niet koste wat het kost het uiterste vergen, en maken qua investeringen geen bokkensprongen. Van alle kanten winnen we advies in. De bouw van deze nieuwe stallen is ook bewust gespreid.’
Wiersma plukt er naar eigen zeggen nu dagelijks de vruchten van. ‘Als ik ’s ochtends de overheaddeuren met afstandsbediening open en het voer van maïs en kuil naar binnenrijd en daarna de koeien en het jongvee hoor en zie kauwen, dan is dat genieten.’ Harmina: ‘En niet te vergeten de grazende koeien ‘s zomers buiten. Wij vinden de weidegang er gewoon bij horen.’
De oude ligboxenstal zorgde voor een L-vorm van het bouwblok. Door de manier van bouwen is die vorm in tact gebleven. Als je over de Longbuorren rijdt, ligt de nieuwbouw als het ware verscholen achter de oude boerderij waar de familie rond 1955 neerstreek.
Mogelijk dat de melkinrichting, een visgraatopstelling van 2x7, op termijn nog een keer wordt vervangen door een nieuwe. ‘Maar tot dusver voldoet deze volledig aan onze wensen. We noemen het ook wel de ‘rapid-into’-melkstal. Het is hét moment van de dag dat de koeien hun portie bics krijgen. Met dat vooruitzicht vliegen ze er bijna in.’