Maat: ‘Arbeidsmigratie is nodig’

Jan van LiereHij deed zijn uitspraak vrijdag in een vergadering van de Sociaal-Economische Raad. Die debatteerde over een advies over arbeidsmigratie.
Maat noemt het ‘buitengewoon jammer’ dat problemen rond buitenlandse werknemers vaak heel eenzijdig in het nieuws komen. ‘Het lijkt alsof problemen de overhand hebben, terwijl er veel goed gaat en arbeidsmigratie op zichzelf nodig en nuttig is.’
De LTO-voorzitter riep de politiek op om niet steeds olie op het vuur te gooien. ‘Een term als ‘code oranje’ draagt niet bij aan de zakelijke sfeer waarin we gezamenlijk oplossingen moeten zien te vinden’, kritiseerde hij een eerdere opmerking van minister Lodewijk Asscher (SZW).
Volgens Maat is er al heel veel gerealiseerd om arbeidsmigratie in goede banen te leiden. Hij noemde onder meer de certificering van uitzendbureaus via Stichting Normering Arbeid (SNA), afspraken over verbetering van huisvesting, toepassing van de cao en verzorging van collectieve zorgkostenarrangementen.

Niet afsluiten

Het advies dat de SER gisteren vaststelde heeft als uitgangspunt dat grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit hoort bij de Europese Unie en bij een internationaal georiënteerde economie. ‘Nederland kan zich niet afsluiten van de wereld en moet dat ook niet willen’, staat in de nota. ‘Voor onze welvaart zijn we in grote mate afhankelijk van het buitenland.’
In het belang van Nederland én van de arbeidsmigrant moet wel sprake zijn van eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld voor bedrijven en werkenden.
Om dat ook werkelijk waar te maken bepleit de SER een actieplan Bevordering eerlijke arbeidsmobiliteit in de EU. Het kabinet zou dat in overleg met sociale partners moeten opstellen.
Voor het vrije verkeer van werknemers moet het actieplan maatregelen bevatten die de gelijke behandeling en bekendheid met rechten en plichten bevorderen. Het actieplan moet verder aandacht vragen voor de inburgering van EU-arbeidsmigranten en hun maatschappelijke en arbeidspositie bevorderen.
Maat benadrukte dat bij de uitwerking ook serieus aandacht moet zijn voor de belangen van het bedrijfsleven. ‘We zullen er goed op letten dat het niet eenzijdig de kant uit gaat van beperkingen van de huidige mogelijkheden voor vrij verkeer van werknemers en van diensten.’

Verschillen

Ter voorbereiding van het SER-advies zijn drie case-studies uitgevoerd. Ze illustreren de verschillen tussen sectoren en regio’s.
De positie van de agrarische sector is uitgewerkt in een studie die zich richt op het Westland. Juist in de tuinbouw speelt het vrije verkeer van werknemers een belangrijke rol. Duidelijk wordt dat de arbeidsmigrant over het algemeen in dienst is van een bedrijf in Nederland tegen Nederlandse arbeidsvoorwaarden.
In de bouw is dat weer heel anders. Daar zijn de arbeidsmigranten vaak in dienst van een bedrijf dat in een andere EU-lidstaat is gevestigd.