Hectische tijd voor Esbro in Wehl

‘Het is een kapitaalintensief bedrijf’, zegt de directeur. ‘Dan moet je op je qui-vive zijn. Je moet op tijd veranderen en flink blijven investeren. Je moet het bedrijf up-to-date houden.’
Esbro was tot mei 2013 gevestigd aan de rand van Doetinchem. Om overlast te voorkomen is de pluimveeverwerker verhuisd naar een nieuw pand op het bedrijventerrein naast snelweg A18 in het nabije Wehl.
De slachterij werkt met water en desinfecteermiddelen. Investeren in preventief onderhoud is van groot belang.
‘Verder zijn de kinderziekten eruit. Alles is immers nieuw’, vertelt Eskes.

Geen snelle winst

‘Het gaat ons er niet om om zo veel mogelijk vleeskuikens te verwerken’, stelt Eskes, die tijdens het interview een telefoontje pleegt met een afnemer, ‘maar om een zo goed mogelijke afzet te vinden voor het pluimveevlees.’ En dan tegen een redelijke prijs, waarbij de continuïteit van het bedrijf blijft gewaarborgd.
De directeur kiest daarbij niet voor de snelle winst, voor zover dat mogelijk zou zijn, maar voor geleidelijke groei. ‘We hebben de intentie om door te groeien, maar dan wel met beleid om een plus op de marge te halen’, wijst hij op de kosten voor het slachten.
Een deel van de levende vleeskuikens komt uit Duitsland, omdat het aantal in Nederland niet toereikend is voor de totale Nederlandse slachtcapaciteit.
Bij de afzet van pluimveevlees is de klant koning. ‘Bij 90 tot 98 procent van de afzet gaat het om opgedeelde kuikens’, vertelt Eskes. ‘Borstkappen, drumsticks, poten, twee- of drieledige vleugeltjes; net wat de klant wil.’ Zo eet de Nederlandse consument veel kipfilet, weet Eskes.
Behalve naar Nederland vinden de producten hun weg naar landen als Engeland, Duitsland, Frankrijk en Griekenland. Het gaat om de complete vierkantswaardering van het hele vleeskuiken, stelt Eskes. ‘Dat moet wel.’
Wat de directeur zorgen baart, is de opkomende voorkeur van consumenten voor producten van eigen bodem, zoals dat speelt in landen als Engeland en Duitsland.
‘In Engeland heb je Buy British.’ Duitsland kent het vijf D-concept, dat de complete Duitse keten weergeeft. Daarbij worden de herkomst, opfok en verwerking van de kip aangegeven.
Het Achterhoekse bedrijf probeert zo veel mogelijk producten vers af te zetten, maar heeft wel voorzieningen om het vlees in te vriezen en heeft opslagcapaciteit voor de bevroren producten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om ruggen en organen. ‘Kop, poten, bloed; alles wordt in principe verwaard.’
De afzet houdt nu niet te wensen over. ‘Op dit moment is die slechter dan die in de zomer’, stelt Eskes. Dat heeft te maken met het wegvallen van (diepvries)export naar Zuid-Afrika, maar komt ook door de vogelgriep. De verkoopafdeling moet dan ook alle zeilen bijzetten om de kip tot een goede waarde te brengen.
‘Het vraagt veel creativiteit om de kip vierkant te kunnen verkopen’, zegt Eskes. Hij ziet Frankrijk en Zuid-Europese landen als (nieuwe) afzetgebieden, maar dan wel binnen de Europese Unie. ‘Daar kan het verse product naartoe.’
Esbro slacht voor klanten in loonslacht biologische kip, scharrel- en uitloopkip. Het duurzame kipconcept Gildehoen is daarentegen in eigen beheer. ‘Dat deden we al in Doetinchem. Met dat concept zijn we in 2010 begonnen en is samen met ForFarmers opgezet’, vertelt de directeur.

Kip van Morgen

De stap naar kip met een ster van het Beter Leven kenmerk of Kip van Morgen is dan een kleine. Volgens Eskes komen die op onder druk van de niet-gouvernementele organisaties (ngo’s). Deze organisaties richten zich zuiver op dierenwelzijn. ‘De handel reageert hierop.’
Zo wordt het Gildehoen afgezet via poeliers en keurslagers. ‘Een variant hiervan ligt bij de retailer.’ Of de mening van de consumenten hetzelfde is, moet zich nog bewijzen. Dat is te zien aan hun koopgedrag bij het winkelschap. ‘De tijd zal het leren.’
Eskes verwacht dat de markt voor gangbare kip altijd groter zal blijven dan die van de alternatieve vormen. ‘Reguliere kip is een uitstekend product en heeft een hoge kwaliteit. Daar is niets mis mee. Daar mag de Nederlandse pluimveehouder trots op zijn.’
Over nieuwe activiteiten van het bedrijf voor de komende jaren - bijvoorbeeld over het verwaarden van pluimveevlees - wil de directeur geen uitspraken doen. ‘We zijn bezig met activiteiten te ontplooien. Daarmee heb ik voldoende gezegd.’