Tegengas door pilot bij archeologie

Want door de archeologische verwachtingskaarten kunnen agrariërs te maken krijgen met belemmeringen en extra kosten door verplicht vooronderzoek of vergunningsaanvragen.
LTO Noord Duin- en Bollenstreek deed mee met de proef. ‘We hebben een paar keer ingesproken bij gemeentelijke commissies, maar zij wilden bewijzen hebben’, vertelt bestuurslid Wim van Haaster.
Daar ging zijn afdeling zelf mee aan de slag door bedrijven, die met kranen en zandzuigers grond hadden omgezet, te vragen naar hun gegevens. Via de pilot werden op twintig percelen putten gegraven en geboord.
Dat leverde bewijslast op die Van Haaster en alle andere bollentelers in de streek – het gaat om 3.000 à 3.500 hectare - al wisten. ‘Tussen 1940 en 1990 is de grond hier geschikt gemaakt voor bollenteelt. De zandlaag, die op 1 tot 4 meter diepte onder de zware bovengrond zit, is naar boven gehaald. Daarna is er voor de vruchtwisseling regelmatig diep geploegd. Ik zou hier geen stukje grond weten dat niet minimaal tot 70 centimeter verstoord is’, zegt Van Haaster.
Met al die resultaten in handen zet LTO Noord Duin- en Bollenstreek nu in op een vrijstelling voor archeologisch onderzoek bij al in gebruik zijnde bollenpercelen, waar nu de grens op 30 centimeter beneden maaiveld ligt.
‘We hebben hier te maken met zes verschillende gemeenten die allemaal hun eigen beleid hebben en eigen onderzoek willen doen. Ze kijken nu elkaar aan, niemand durft de eerste stap te zetten’, stelt Van Haaster. ‘Dat komt wel. Als we maar genoeg bewijs aan blijven leveren en blijven voorlichten. Wij blijven er energie in stoppen.’
De resultaten van de pilot in Neder-Betuwe staan op www.ltonoord.nl.