‘Een blije burger geeft een blije boer’

Joost de la CourtEr blijft ontwikkelruimte voor de landbouw in Groningen, mits de sec-tor zich maar openstelt voor de samen-leving. Dat was woensdag de boodschap bij de presentatie van ‘Goed boeren in Groningen’, de toekomstvisie van LTO Noord Groningen.
Gedeputeerde Staghouwer verklaarde het groeiende maatschappelijk draagvlak voor de land- en tuinbouw uit een toenemende openheid van de sector richting de samenleving. Dat werpt inmiddels zijn vruchten af, stelt hij vast met een verwijzing naar het Groninger Verdienmodel, het provinciaal ontwikkelplan voor de melkveehouderij.
Nadat eerder afspraken zijn gemaakt over de groei van de melkveehouderijsector in Groningen, moet dat in de komende tijd ook gebeuren voor de akkerbouw en de intensieve veehouderij, vindt Staghouwer. Hoe deze sectoren worden bediend, is volgens hem mede afhankelijk van de evaluatie van het Groninger Verdienmodel.
Staghouwer: ‘De melkveehouderij was het meest urgent, die zat jarenlang op slot. Nu wordt het tijd om ook de akkerbouw en de intensieve veehouderij vooruit te helpen. Als daar problemen zijn, moeten we die zien op te lossen.’
De landbouwgedeputeerde constateert dat de standpunten van de politiek en andere maatschappelijke partijen over bedrijfsontwikkeling in de melkveehouderij in de laatste vijf jaar flink zijn bijgedraaid. Staghouwer verwacht dat ook voor de akkerbouw meer ruimte ontstaat. ‘Grotere gebouwen zijn voor mij geen probleem, zolang ze maar goed worden ingepast in het landschap.’
Wat de intensieve veehouderij betreft is Staghouwer iets voorzichtiger. ‘We zullen daar eerst de ideale grootte voor moeten formuleren. Dat wordt een lastige discussie, maar ik vind dat we die niet uit de weg moeten gaan.’

Doorgaan

Provinciaal voorzitter Hilbrand Sinnema van LTO Noord stelde op de presentatie in Godlinze, waar ook een aantal Statenleden bij aanwezig was, dat de agrarische sector zeker moet doorgaan met het zoeken van de dialoog. ‘Er is meer aandacht voor de sector vanuit de samenleving. Die wil weten hoe het voedsel op het bord komt. En een blije burger geeft ook een blije boer. Dat betekent produceren zoals de klant het wil.’
In de visie stelt LTO Noord Groningen uitdrukkelijk op zoek te zijn naar de maatschappelijk toegevoegde waarde. Sinnema: ‘We blijven hierin de samenwerking zoeken met de overheid, de consumenten en belangenbehartigende partijen. We hebben met het Provinciaal Groenmanifest en het Gronings Verdienmodel zo al het nodige in gang gezet.’
Sinnema stelt vast dat de dialoog over milieu en ruimte in Groningen goed verloopt. ‘Onze missie is die voort te zetten. Gelukkig is hier in Groningen nog voldoende ruimte om te produceren en zit er perspectief in bijvoorbeeld het leveren van groene grondstoffen aan de suiker- en chemische industrie.’

Veel overleg

Staghouwer is blij met de inzet van LTO Noord. ‘We hebben veel overleg met de organisatie, die voortdurend met de klok rammelt. Het beleid dat nu is ingezet, heeft ook de steun van Provinciale Staten.’
De gedeputeerde schetste de oplossingen die zijn gevonden voor de ganzenproblematiek, waarbij tegemoet is gekomen aan het belang van de natuur én van de landbouw. ‘En in de Veenkoloniën investeren we 40 miljoen euro in innovatie op de bedrijven en verbetering van de grond. Als het project slaagt, gaat er nog heel veel slib uit de Eems-Dollard daarnaartoe.’
Toen Staghouwer even later inging op de proeven met de effecten van zout en brak water, raakte hij een teer punt bij pootgoedteler Wim Biemond. Die laatste vond dat de provincie de gevolgen van verzilting niet moet onderschatten. ‘Een volk dat zijn verleden vergeet, heeft geen toekomst. Een boer teelt niet op gronden waarvan is gebleken dat ze geen opbrengst geven.’