Telen wat consument vraagt

In de kantine van zijn bedrijf in Haarsteeg doet Beaard, samenwonend met Harriet en vader van Loek (9) en Joeri (7), zijn loopbaan en visie als vollegrondsgroenteteler uit de doeken. Een loopbaan die veel eerder begon dan gepland.
‘Dat kwam door het plotselinge overlijden van mijn vader in 1996’, vertelt de vollegrondsgroenteteler. ‘Ik was 26 en werkte al mee op het bedrijf. Maar toen mijn vader wegviel, ben ik met mijn moeder in maatschap gegaan en in 2001 heb ik alles overgenomen.’
Dat ‘alles’ omvatte destijds 6.400 vierkante meter glas, voor de teelt van bleekselderij, sla en bonen, en 5 hectare grond met knolselderij, sla en andijvie. Maar de plotselinge overname betekende ook een vrij rigoureuze wijziging van dat bouwplan, vertelt de groenteteler. ‘Na de overname schrapte ik direct een aantal teelten om plaats te maken voor bleekselderij. Dat was gewoon een kwestie van vraag en aanbod. Er was veel vraag naar bleekselderij en daar ben ik op ingesprongen.’
In drie jaar tijd verzesvoudigde Beaard zijn areaal bleekselderij van 2 naar 12 hectare. Ook venkel en Chinese kool kregen, weliswaar tijdelijk, een boost met beide 6 hectare Brabantse zandgrond tot hun beschikking.
Het huidige bouwplan bestaat uit 12 hectare bleekselderij, 8 hectare Chinese kool en 1 hectare boerenkool. De kas, die direct achter het woonhuis staat, kreeg in de loop der jaren geen ontwikkelingsruimte, wel een andere functie. ‘In de wintermaanden verhuur ik de kas voor de opkweek van verschillende sla- en koolsoorten. Daar hoef ik alleen de beregening en eventuele bespuitingen voor uit te voeren. In het voorjaar gebruik ik ‘m voor mijn eigen bonen en andijvie’ vertelt Beaard.

Consument winnen

Op de weg naar de consument valt volgens de ondernemer nog een wereld te winnen. ‘We moeten veel meer energie steken in de afzet in plaats van in bulkproductie en blindweg volplanten. De producten moeten elk afzonderlijk een meerwaarde krijgen.’
Als voorbeeld noemt Beaard een andere verschijningsvorm, zoals bleekselderijsteeltjes als gezond tussendoortje of als snack op een feestje. ‘De verpakking speelt daarbij natuurlijk ook een belangrijke rol. De consument moet groenten beter in het vizier krijgen. Dit moet je allemaal zelf doen en niet afwachten.’
De vollegrondsgroenteteler heeft daarin zelf ook al een aantal malen actie toe ondernomen. ‘Toen we nog venkel teelden, hebben we zelf met een stand op de Floriade gestaan. Op die manier heb je direct contact met de consumenten en hoor je wat ze ervan vinden. Dat is ontzettend belangrijk.’.
‘We hebben toen ook een Venkeldag georganiseerd met venkelgerechten en -proeverijen’, vertelt de Brabantse ondernemer. ‘Het begint bij jezelf openstellen voor het publiek. Als je de deuren dicht houdt, dan komt jouw product ook nooit in de picture.’
Ook heeft Beaard de schoolklassen van zijn zoontjes uitgenodigd voor een rondleiding. Een regelrecht succes. ‘Ze kregen uitleg over het planten van de Chinese kool en het groeien van de bleekselderij. Ik kreeg zo veel vragen van die kinderen, echt heel leuk.’

Toekomstmuziek

Naast een verbreding en vooral verbetering van de afzetmogelijkheden kijkt de tuinder met een schuin oog naar nieuwe teelttechnieken. ‘Ik zie wel toekomst in de teelt op water, zoals ze dat nu al steeds meer gaan doen met prei’, zegt hij.
‘Of wat te denken van het telen van groenten met ledlicht. De resultaten van PlantLab liegen er niet om. Het is nu voor veel telers nog toekomstmuziek, maar wie weet staat hier over twintig jaar wel een loods waarin we sla telen onder ledlampen.’
Tot die tijd doet Beaard een beroep op de Brabantse zandgronden. Dat bevalt hem prima. ‘De grond is geschikt voor mijn teelten en alles ligt binnen een straal van een kilometer om het bedrijf. Nog geen 2 kilometer verderop naar het noorden ligt zware rivierklei. Daar zou je nu echt niet op kunnen met machines.’