Bodemjaar stimuleert de strijdlust

Het Jaar van de Bodem is begonnen. Het biedt een podium voor een nieuw bodemverhaal. Allerlei facetten komen steeds beter in beeld.

Fransjan de WaardOp initiatief van de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties FAO buigt de wereld zich heel 2015 over de bodem onder onze voeten, het wel en het wee. Dat wee is natuurlijk de aanleiding, want zo’n jaar is in wezen een schetterend alarmsignaal.
Vanuit mondiaal agrarisch perspectief is er in Nederland niet zo veel aan de hand, overall. Een delta met sediment vanuit half Europa, altijd water bij de hand en het reliëf van een biljarttafel. Volgens mij heeft ons dat lui gemaakt. We zijn de bodem voor lief gaan nemen, alsof de productiviteit ervan een natuurlijk gegeven is dat nooit verloren gaat.
Zo’n beetje als de fossiele brandstoffen of schoon water of schone lucht. Voor zover er langzaamaan zorgen begonnen te klinken, zijn we eraan gewend geraakt om naar een indrukwekkend industrieel arsenaal aan lap- en camouflagemiddelen te grijpen. Wat organische stof doet voor de bodem, voor planten, voor dieren en dus ook voor ons voedsel, geniet nog lang niet overal de status van salonfähigkeit. En het benul van bodemleven, het belang en het beste beheer daarvan, moet zo’n beetje opnieuw worden uitgevonden. Geen wonder dat Nederland zich in stilte hult op deze por van de Verenigde Naties om zich het lot van de bodem als bron van ons voedsel publiekelijk aan te trekken.
Wat wel op gang komt, illustreert vooral het animo van onderop om de boel nieuw leven in te blazen. Individuele boeren en hun netwerken, ondernemende foodies en agroactivisten, school- en moestuiniers, geleerde solisten, jonge holisten en humisten: de bodem als levend organisme krijgt van een ontkiemende bodembeweging niet uitsluitend lippendienst, maar ook strijdlust.
Het Jaar van de Bodem biedt hun een welkom podium om zoiets als een ‘nieuw bodemverhaal’ te laten klinken en in contact te treden met de cruciale doelgroep: iedereen die eet. Uiteindelijk kiest de consument met zijn vork ook voor een vorm van bodembeheer. Het lijkt te landen.
Ik vermoed dat het bodemthema in agrokringen ook extra frisse wind gaat brengen in de verhouding tussen gangbaar en biologisch, voor zover die uit het herkauwen van tegenstellingen gaat. Per saldo is de bodem al een verbindend medium en met de nieuwe aandacht voor organische stof kan het niet anders of de samenhang van een hele reeks bodemfacetten komt steeds beter in beeld.
Maar het allerspannendste is voor mij dat we daarmee nog verder kunnen kijken, naar een gezamenlijk vraagstuk dat nog veel groter en urgenter is: de klimaatverandering. Hoe kunnen we kooldioxide uit de atmosfeer blijvend de bodem inboeren? Hoeveel, hoe snel? Hoe gaan we dat in de praktijk onderzoeken?
De Amerikaanse grass farmer Joel Salatin kwam hier vorig jaar zijn ‘grondige’ verhaal vertellen. Ook in eigen land zijn er al boeren die koersen op de netto opbouw van bodem uit het teveel aan koolstof in de atmosfeer, zoals via uitgekiende begrazing. Daarvoor is ons areaal aan weiland natuurlijk een eersteklas uitvalsbasis, zeker nu melkveehouders hun voorkeur voor weidegang hebben afgekondigd.
Wie weet waar het ons allemaal brengt als het volop over bodem, gras en grazers mag gaan? Vandaar mijn voornemen voor 2015 om samen met andere spelers niet alleen de bodem zelf, maar ook het potentieel van carbon farming onder de loep te nemen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer