Valse start

Eindelijk 2015, het jaar waarin de melkquotering verdwijnt. Ieder heeft er op z’n eigen manier naar toegeleefd. Sommigen met angst en beven, zij verwachten een enorme stortvloed aan melk met een lage opbrengstprijs als gevolg. Anderen staan popelend in de startblokken om hun bedrijfsvoering aan te passen.
In de Leeuwarder Courant van 24 januari stonden vijftien Friese leden van FrieslandCampina die met een vliegende start het nieuwe tijdperk in wilden gaan. Nu de melkprijs de laatste maanden flink gedaald is, lijkt het voor hen een valse start te worden.
Deze melkveehouders vragen om financiële hulp bij hun afnemer. Leden van FrieslandCampina hebben risicodragend vermogen op naam in de coöperatie zitten, de ledenobligaties-vast, dat pas bij bedrijfsbeëindiging opvraagbaar is. Deze veehouders verzoeken nu om uitkering van de ledenobligaties om liquiditeitsproblemen als gevolg van grote investeringen, een dreigende superheffing en de gedaalde melkprijs het hoofd te kunnen bieden.
Bestuurslid Frans Keurentjens is resoluut: ‘We zijn geen bank.’ Terecht, de statuten kunnen niet gewijzigd worden naar de waan van de dag. De melkveehouders zullen dan ook een andere oplossing voor hun liquiditeitsprobleem moeten vinden.
Het is natuurlijk geen toeval dat vijftien leden tegelijk aankloppen met dit plan. Deze hulpvraag is overduidelijk geregisseerd door een adviesbureau. Het valt daarbij op dat wel de aandacht van de media is gezocht, maar de naam van de adviseur buiten beeld blijft. Ook niet echt gek gezien de situatie waarin de afnemers van het advies zich bevinden. Ze hebben de productiecapaciteit verhoogd zon-der rekening te houden met de benodigde productie-rechten, ze hebben geen buffer opgebouwd tijdens de laatste twee goede melkprijsjaren en nu kloppen ze op de verkeerde deur om financiële hulp.
Als het bedrag van de ledenobligaties dan echt zo hoognodig is: de ledenobligaties kunnen in pand gegeven worden aan derden en de pandnemer kan met dit onderpand een financiering verstrekken.
Kort samengevat is de adviseur geen knip voor de neus waard. Deze melkveehouders zijn onvoldoende beschermd tegen de gevaren van een onstuimige groeistrategie, en zelfs de eerste hulp bij ongelukken wordt niet goed uitgevoerd.

Jack Rijlaarsdam