LTO: pas Wet Werk en Zekerheid aan

LTO vreest dat de arbeidsvoorziening in de sector in de knel komt en heeft begrip voor ondernemers die de onverwachte financiële gevolgen van de regeling voor willen blijven.

Met ingang van 1 juli 2015 hebben werknemers recht op een transitievergoeding wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst niet aansluitend voortzet. Dit geldt niet alleen voor vast personeel, maar ook voor tijdelijke medewerkers.

Tijdelijke dienstverbanden

Bij tijdelijke dienstverbanden moet voor de berekening van de vergoeding de duur van voorgaande tijdelijke arbeidsovereenkomsten worden betrokken als die elkaar binnen een halfjaar hebben opgevolgd. 'Dat heeft niemand verwacht', stelt LTO Nederland.

Bij leden van de regionale LTO-organisaties blijken de gevolgen van de regeling zeer ingrijpend. Tuinders zien ervan af om de jaarlijks terugkerende lokale oogst- en productiemedewerkers dit jaar weer tijdelijk in dienst te nemen.

Transitievergoeding

Voorheen deden ze dit, afhankelijk van de teelt met tijdelijke contracten, van een half jaar tot een jaar. De ondernemers willen niet geconfronteerd worden met de verplichting om de onverwachte transitievergoeding uit te betalen.

Deze kan bij veel bedrijven oplopen tot 60.000 euro, afhankelijk van de bedrijfsomvang en samenstelling van de groep medewerkers met een tijdelijk contract.

Effecten

Ook tuinbouwbedrijven die de tijdelijke arbeidsbehoefte met uitzendkrachten invullen, krijgen te maken met de onverwachte effecten van de regeling. Zij raken de hen vertrouwde uitzendkrachten kwijt, die veelal jaarlijks terugkomen.

LTO Nederland maakt zich grote zorgen over de gevolgen van de regeling voor de totale personeelsvoorziening in de tuinbouw. Van de ongeveer 65.000 werknemers werkt ruim 40 procent op basis van een tijdelijk contract. Daarnaast werken in de tuinbouw nog eens 24.000 uitzendkrachten.