Einde daling melkprijs in zicht

René LuijmesBij de nieuwste maandelijkse berekening van Zuivel.NL, in opdracht van de vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland, is er sprake van een daling van 0,91 euro ten opzichte van de vorige maand. Ten opzichte van januari 2014 gaat het om een daling van 8,40 euro per 100 kilo melk, ofwel 20,7 procent.
Sinds de zomer van 2014 daalden de gemiddelde melkprijzen voor de zevende achtereenvolgende maand. Toch lijkt aan deze daling een eind te komen, verwacht Koops. Zo heeft FrieslandCampina voor zowel februari (+ 1,25 euro) als maart (+ 2,50 euro) aangekondigd de garantieprijs te verhogen.
Arla verhoogt daarentegen de komende maanden de melkprijzen niet. Deze blijven in februari en maart gelijk aan januari.

Recordmelkprijs

Wel heeft Arla onlangs zeer goede bedrijfsresultaten over 2014 bekendgemaakt. Nog nooit was hun prestatieprijs - het uitgekeerde melkgeld plus reserveringen uitgedrukt per kilo ledenmelk - zo hoog als in 2014. Maar of dit ook een recordmelkprijs betekent is afhankelijk van de mate waarin de reserveringen worden toegevoegd aan het eigen vermogen van Arla, of dat deze op naam van de melkveehouders worden gezet.

A/B-systeem

Steeds meer zuivelondernemingen houden in hun uitbetalingssystematiek rekening met de afschaffing van het melkquotum en de daarmee samenhangende verwachte toename van de melkproductie en grotere schommelingen in de melkprijzen. In navolging van de Franse bedrijven Sodiaal en Danone introduceert het Britse First Milk op 1 april ook een A/B-systeem voor haar leden.
Voor 80 procent van de hoeveelheid melk wordt een A-prijs uitbetaald op basis van afzet op langere termijn. De B- melkprijs is afhankelijk van kortetermijnafzet op bijvoorbeeld de spotmarkt. In Nederland hanteert CZ Rouveen ook een A- en B-prijs voor haar melk, sinds 1 januari van dit jaar.
In navolging van Glanbia kunnen ook melkveehouders bij het Ierse Kerry een vaste melkprijs ontvangen voor een deel van de geleverde melk.