Korenwolfbeheer en vergroening

Agrariërs met een korenwolfbeheersovereenkomst kunnen op onderstaande wijzen in aanmerking komen om meegeteld te worden voor vergroening.

Inzaaien bodembedekker

In de uitvoeringsregeling GLB is het onderdeel erosie uitgewerkt, waarbij geldt dat indien de boer kiest voor niet-kerende grondbewerking hij een bodembedekking moet inzaaien. De inzet is dat die bodembedekking (ingezaaid met gras of een toegestaan mengsel) ook als ecologisch aandachtsgebied (EA) kan dienen. De wettelijke verplichting is bodembedekker inzaaien, tenzij het (hoofd)gewas op 15 september nog op het land staat. Er is dus niet bepaald welk gewas dat moet/kan zijn.
Indien voor de vergroening een vanggewas wordt ingezet, zijn de eisen daarvoor wel strenger dan wanneer het hoofdgewas nog op 15 september op het land staat. In het algemeen geldt:
• Het kan slechts om voorgeschreven gewassen gaan (mengsel van minimaal twee gewassen uit de lijst);
• Het moet voor 1 oktober ingezaaid zijn en tien weken op het land blijven staan.
Daarmee gaat de vergroening wel verder dan wat wettelijk verplicht is (het zijn dan namelijk voorgeschreven gewassen).

Mestaanwending op löss

Op lössgronden is het verplicht na de mestaanwending voor 1 september een vanggewas in te zaaien. In de Meststoffenwet staat: ‘Drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib op bouwland mag op alle grondsoorten worden aangewend tot 1 september als uiterlijk 31 augustus van hetzelfde jaar een groenbemester wordt geteeld of in het aansluitende najaar bollen worden geplant.’
Deze bepaling geeft dus ruimte elke groenbemester uit te sluiten als ecologisch aandachtsgebied. In de motie Dik-Faber (TK 28625-195) is die uitsluiting beperkt tot vanggewassen na de teelt van maïs op zand/löss.
Dit betekent dat vanggewassen die worden ingezaaid vanwege het gebruik van drijfmest of zuiveringsslib in augustus mogen meetellen als vergroening, mits voldaan wordt aan de vergroeningseis van inzaaien van een toegestaan mengsel.

Hamsterbeheer

Waar de boer ervoor kiest de vergroening in te vullen met het hamsterbeheer zelf, wordt hij gekort op de inkomstendervingscomponent die hij normaal voor het beheer ontvangt. Dit mag namelijk niet vanuit ‘double funding’ (zowel vergroeningspremie ontvangen als inkomstenderving voor het beheer).
Als voorbeeld: indien een deelnemer over de volledige oppervlakte van zijn grond hamsterbeheer uitvoert, wordt hij over 5 procent van de oppervlakte gekort op het onderdeel inkomstenderving van het hamsterbeheer. Rekensom: als hij 20 hectare in beheer heeft en verder geen grond om bijvoorbeeld met een vanggewas aan EA te voldoen, dan wordt over 5 procent van de 20 hectare = 1 hectare van de korenwolfovereenkomst de inkomstendervingscomponent afgetrokken.