Mollenvangen als welbestede ‘derde helft’

Gait Hampsink (78) is een ervaren mollenvanger. Van de 100 klemmen scoort hij er wel 75. Niet alleen gewone mollen. Hij heeft al een aantal heel bijzonder vangsten op zijn naam staan.

We lopen naar een van de twee, tot dertig centimeter hoge knapen van molshopen, in een weiland met een sloot ernaast. Vanaf een greppel of de bosrand trekken mollen het veld in. “Ze kunnen feitelijk in iedere grondsoort aarden”, legt Hampsink uit. “In de zware klei zijn ze wat kleiner van formaat.” We staan voor een ogenschijnlijke wirwar van afgeplatte cilindrisch gevormde opgegraven grond, sommige vers opgeworpen. Toch ziet de kenner structuur. “Kijk, de hopen van de mannetjes liggen in een rechte lijn, zo’n 60 tot 100 meter in de lengte en vrouwtjes graven meer in dwarse lijnen. Vernuftig ingedeeld om in minder afstand een vrouwtje te kunnen zoeken.”
Mollen hebben een territorium. Ze zijn uiterst gevoelig voor trillingen, en licht- en drukverschillen. Ze leven altijd ondergronds en solitair, behalve in de paartijd en als ze jongen hebben. “Ik ben er nog steeds niet achter of ze nu een of twee keer per jaar jongen krijgen”, zegt de praktijkonderzoeker. Na een draagtijd van circa vier weken baart het vrouwtje 2 tot 5 jongen. Het kroost gaat na een week of zes à zeven zelf op zoek naar voedsel in het gangenstelsel.

Beddengoed

Je moet hun gedrag goed leren kennen alvorens je ze kunt verschalken. Gait graaft een van de twee bovenmaatse hopen voorzichtig open. Bovenin komen enkele luchtpijpen bloot. Mollen zijn slimmeriken. Aan de onderkant graven ze voor de afwatering een diepe pijp loodrecht naar beneden. Dan woelt Gait in het midden polsdiep en haalt een vuist vol ‘beddengoed’ van dor en vers gras en wat mos naar boven. Goeie kwaliteit. Hij stopt het netjes terug en merkt glimlachend op: “Die zal vannacht even niet zo goed meer slapen, als het er nog van komt”. Argwanend als mollen zijn hoeven ze maar een tikje van de klem te voelen en je vangt ze niet meer.
Hampsink voelt en kijkt in een paar gangen naar een winterslaapplaats. Dan kiest hij voor de meest verse gang en daar zet hij zorgvuldig een klem in. En dan lachend: “Die is vanavond binnen”.

Zwartbonte mol

Iedere mollenvanger heeft uiteraard een aantal bijzondere vangsten. “Eens zaten er twee, verstrengeld in het liefdesspel in een klem; de ene vol in de klem en de tweede slechts met een pootje. Een mooiere dood kun je je toch niet wensen”, grapt de vanger. En thuis in mijn tuin ving ik eens een wezel, die net op het punt stond een muis te grijpen. Beiden in de klem. In zijn leven als mollenvanger na zijn vervroegde pensionering, heeft hij zes witte mollen gevangen. “Momenteel heb ik, en dat is wel extreem bijzonder, een zwartbont gespikkelde mol in mijn terrein. Nog nooit van gehoord en ik heb hem zelfs gezien.”
De gevangen mollen legt Gait meestal op het erf van de boer, die hem gevraagd heeft om ze te vangen. Ook laat de mollenvanger ze wel liggen op een molshoop in het veld. Reiger en ooievaar schrokken ze op, maar een buizerd laat bij een keuze tussen een rat en een mol de mol liggen.
Terug naar de auto steekt de mollenvanger nog even zijn mooie drietands schepje glunderend in de lucht: “Ik wil niets anders, ik laat het apart maken. Ieder jaar slijt er wel een paar centimeter van de punten af.”
Thuis aan de keukentafel verhaalt Hampsink nog eens over zijn jeugdjaren: “Toen kon je alle klein wild vangen. Hoe dieren hun gang gaan, heeft altijd mijn aandacht gehouden, zeker soorten die onder de grond kunnen”. Dat trok meer aandacht dan konijnen. “Nog voor de myxomatosetijd, in de jaren ’50 van de vorige eeuw, miegelde het hier van de konijnen. Als jonge jager kon je er tientallen schieten op een morgen. Dat trok me niet.”

Thuis in de natuur

Gait is naast zijn boerenwerk om het huis werkzaam geweest bij de KI (kunstmatige Inseminatie) voor runderen. Toen zich op zijn 55e de mogelijkheid voordeed om vervroegd met pensioen te gaan, kwam zijn oude liefde goed van pas, namelijk de natuur intrekken om mollen te vangen. Hij doet het nog steeds graag voor een vrijwillige bijdrage in de kilometerkosten en wat dies meer zij aan onkosten.
Volledig overtuigd hier met een groot deskundige van doen te hebben vraag ik naar zijn score. “Nou, van de 100 klemmen scoor ik er toch wel 75. Ik heb er hier al tienduizenden weggevangen, terwijl een kilometertje verderop in Duitsland mollenvangen verboden is. Merkwaardig als je weet dat daar wel op de das en steen- en boommarter gejaagd mag worden. Ik denk dat hier mollenvangen nog kan vanwege de gevoeligheden, ontstaan door schade aan dijken door muskusratten.”

Tekst en foto’s: Kees de Kroon

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 8°
    20 %
Meer weer